2e afd.
14' december 1977
UITKERING IN VERBAND MET NACALCULATIE
TREND 1977
154
Heemstede, 29 november 1977.
Aan de Raad,
In een circulaire van 17 november 1977, nr. AB77/U1828, deelt de Mi-
nister van Binnenlandse Zaken mede, dat de salarissen van het over-
heidspersoneelgelet op de loonontwikkeiing in het particuiiere be-
drijfsleven, 1.31°/ ten achter zijn gebleven.
Het overheidspersoneel kan derhalve, rekening houdende met de gemid-
delde ingangsdatum van de loonsverhogingen in het bedrijfsleven, nog
in aanmerking worden gebracht voor een uitkering van 0.97,j van het
huidige salarisniveaumet een minimum van f 19,-- per maand voor 21-
jarigen en ouder.
Voor degenen met een salaris boven het niveau van schaal 154 van bij-
iage AI van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1948
(f 10.011,-- per maand) dient de uitkering te worden gematigd, zulks
in navoiging van de salarismaatregelen van begin 1977, waaroD de onder-
havige nacalculatie een correctie is.
Bij de uitkering moet tevens worden verrekend een bedrag dat, in ver-
band met het achterblijven van het franchisebedrag bij vorenbedoelde
loonontwikkeling, te veel aan pensioenbijdrage werd verhaald. Bij aan-
spraak over het gehele jaar 1977 bedraagt dit tegoed 18,--.
De minister verzoekt de gemeentebesturen de totstandkoming van een
overeenkomstige voorziening te bevorderen ten behoeve van het perso-
neel der gemeente.
Het Centraal Bureau inzake gemeenschappelijke behandeling van gemeen-
telijke personeelsaangelegenheden heeft inmiddels in een circulaire
van 22 november 1977, nr. 6605, de aangesloten gemeenten geadviseerd
de uitkering ook aan het gemeentepersoneel toe te kennen. Het overleg
met de centrales van overheidspersoneel heeft echter niet tot over-
eenstemming geleid ten aanzien van de matiging van de uitkering voor
de hogere inkomens. In gemeenten, waar dat reievant is, zou derhalve
nog plaatselijk overleg moeten worden gevoerd. - 1 -
Ljm