362
16 december 1977
len voor maagdelijk braakliggende terreinen, maar een aantal van deze
zaken worden hier al danig behandeld, ook door andere instanties. Men
moet oppassen dat men niet met een nieuwe instantie ergens anders taken
vandaan gaat trekken die daar reeds jarenlang op een goede manier worden
vervuldWat betreft knelpunten in de woonruimteverdeling zegt spreker
dat onze afdeling huisvesting en de desbetreffende portefeuillehouder
daarmee vrijwel dagelijks worden gekonfronteerd
De heer Borghouts is met de wethoudér van oordeel dat men takenmoet
laten waar ze zijn. Maar een kijk door andere mensen of er knelpunten
zijn kan verfrissend zijn. Het kan voorkomen dat een stuurgroep, die
daar soeciaal voor ingericht is en die daar langzamerhand een zekere
visie op ontwikkelt, kan aanwijzen dat er toch zaken zijn, struktureel,
die enige verbetering kunnen behoeven. Dat zou dan het resultaat zijn
wat hem tevreden stemt. Als die knelpunten er niet zijn dan stemt hem
dat nog meer tevreden.
Wethouder Willemse stelt het signaleren en aandragen van die zaken
op prijs.
Punt 40.
De heer Van der Hulst brengt naar voren dat in de commissie ruim-^
telijke ordening is opgemerkt dat deze vraag ook vorig jaar gesteldis.,
De vraag was toen alleen toegespitst op de grootte en desoort woningen
in verband met het onderzoek in het te rehabi1iteren gebied.
Die gegevens zijn natuurlijk van belang. Toch blijft in de vraag over-
eind dat het in de eerste plaats van groot belang is dat de desbetref-
fende bestemmingsplannen waar hier op gedoeld wordt - Burgemeester van
Lennepweg-Blekersvaartweg en mogelijk het plan ten v/esten van Glip I
- zodanig snel in voorbereiding en uitvoering genomen v/orden, dat er
een aansluiting is bij voorzieningen die nodig zullen blijken te zijn
bij de rehabi1itatie van de Indische wijk. Zijn vraag is dus niet toe-
gespitst op het type woningen, want dat is de invulling van een bestem-
mingsplan. In de commissie is ook gezegd dat het flexibele bestemmings-
plannen moeten zijn, men moet niet teveel vastleggen, want dan zou men
het doel voorbij schieten, waar ze mogelijk ook voorbedoeld zijn.
Als straks blijkt dat voor de Indische wijk een aantal vervangende wo-
ningen nodig zijn, dan moet men ergens op terug kunnen vallen. Dat was
de bedoeling van de vraag.
De heer Jager sluit zich bij de woorden van de heer Van der Hulst
aan. Men moêt iüderdaad snel een bestemmingsplan ontwikkelen; wellicht
moet men daarvoor voor wat betreft de Glip kiezen voor een invullings-
plan, artikel 11-plan of iets dergelijks, zodat men de mogelijkheid van
iaouwen nu al kan gaan realiseren. De invulling van de precieze vorm en
soort van de bouw kan men flexibel aanpassen op het moment dat het on-
derzoek van de Indische wijk naar voren is gekomen.
Wethouder Willemse deelt mede dat juist met het oog op de Indische
wijk een eerste forse aanzet is gemaakt met het bestemmingsplan Prinsen-
laan. De eerste iverkzaamheden, zoals grondwateronderzoek, worden al ver-
richt, terwijl aan Stad en Landschap is verzocht veel aandacht aan dit
plan te besteden.
Punten 44 en 74.
De heer Van Vlijmer. deelt mede dat de antwoorden hem aanleiding ge-
ven te konstateren dat de vraagstelling misschien niet uitvoerig genoeg