370
16 december 1977
De mogelijkheid om min of meer qedetailleerd voorlichting te krijgen
bestaat al, de bereidheid om die te gev'en loopt daar uiteraard paral-
lel mee. Men zou zich kunnen afvragen weike middelen aangewend moeten
worden om die mogelijkheid uit te bcuwen. Het college heeft destijds
de bereidheid getoond om middels publikaties in de plaatselijke pers
te wijzen op hetgeen het bedrijf in deze aan service kan bieden. Dat
ts natuurlijk heel iets anders dan dat een adviseur in deze met een
eigen bureau, met een eigen plaats binnen het bedrijf', maar overigens
ook anderszins ingebed in het bedrijf, hier een rol zou kunnen snelen.
Hij kan daar thans geen antwoord op geven. Hij wijst erop dat er ook
njnen lopen van de iandelijke vereniging, het V.E.G.I.N., naar de ge-
meenten. Het stuk waar de heer Van Amerongen op doelde is gisteren ter
sprake geweest in de landelijke V.E.G.I.N.-vergadering. Dit betreft
dus de nota waar aandacht wordt geschonken aan de relatie tussen de
qasdistributiebedrijven enhet isoleren van het bestaande woningbestand
in Ncderland. Daar is het laatste v/oord natuurlijk nog niet over gespro-
ken. Er zu1len.duidelijk lijnen lopen naar de separate gemeenten. Spre-
,<er aenkt dat in elk geval zal moeten worden afgewacht wat daaruit gis-
i.eren te voorschijn is gekomen en wat dat eventueel te betekenen kan
hebben jmst voor die separate gemeenten in het kader van een follow-up
van deze nota, die zoals ook zelf het V.E.G.I.N. stelt, in betrekkeüik
aigeinene bewoordingen is gehouden.
Samenvattend_zegt spreker dat de geneente al heel wat dcet. Men zou lun-
nen diskussiëren over de wijze waarop aan de mogelijkheden die we hier
al kunnen aanwenden meer aandacht zou kunnen worden geschcnken. Een
standpuntbepaling over de energiebesparingsadviseur vindt hij nu enigs-
zi.ns prematuuromdac hij het een veel te belangrijke suggestie vindt
om daar zomaar nu al namens het college een standpunt in te bepalen.
ue gedac.hten inzake het aanwenden van de risico-reserve v/oningwetwonin-
gen, om zo onafhankelijk te v/orden van eventuele bewilliging van de zij-
de van L.e nuurders binnen de sfeer van de woningbouv/verenigingen, om tot
tsolatie te komen, acht spreker belangrijk. Ais dit geen konsekwénties
voor ae r.uur heeft, voelt men het ook m'et in de beurs, hetge«n de men-
sen inderdaad aanspreekt. Ook deze súggestie zal meebetrokken v/orden in
de beschouwing van het college over deze zaak.
Tenslotte wijst hij erop dat de nota over isolatie van gemeentelijke ge-
oûuwën, die destijds is toegezegd, naar thans verwacht mag worden binnen
de eerste helft van 1978 i.n de commissie besproken kan worden.
De heer Van Amerongen is blij met de positieve geluiden die hij van-
uit de raad heeft mogen horen. ïnzake hetgeen de heer Van der Hulstheeft
gezegd cver de kwestie van de huurverhogingzegt spreker dat hierin ook
een taak is weggelegd voor de adviseur, want huurders die gekonfronteerd
worden met een huurverhoqing zouden ook moeten bedenken dat tegelijker-
tijd hun rekening van de gasnota door gasbesparing omlaag gaat. Het is
nu ook al zo met de huidige gasDrijs dat isolatie'van daken en sdûuw-
muurisûlatie voor bewoners van woningen een volledig rendabele aanaele-
genheid is geworden; bij dubbele begîazing ligt dat'anders.
spi ekei is de heer Van der Wal dankbaar voor zijn oprnerking over het
pre-advies van de grondstoffencommissie van de S.E.R. Daarmee heeft hij
hemnog een argument âan de hand gedaan om te pleiten voor een gemeente-
Iijk eriergiebesparingsbeleidnamelijk het punt van de werkgeleger.heid
De heer Reeringh wees op de onuitputtelijke steenkoolvoorraden. Spreker
merkt op dat al zijn die steenkoolvoorraden onuitputtelijk, dat voor ons
.ana toch pro.olemen oplevert, uit een oogpunt van milieu maar ook econo-
rmsch, want steenkool zuilen we moeten invoeren en hoe meer we moeten