16 december 1977
381
De voorzitter stelt thans aan de orde de behandeling van de projek-
ten en~de behandeling van de dekkingsmiddelen.
De heer Baar konstateert dat de V.V.D.-fraktie stelt datniet meer
beiasting môët~worden geheven dan nodig is voor een behoorlijk voorzie-
ningenpakket. Daar is hij het natuurlijk mee eens, maar de vraag îs
echter wanneer gesproken mag worden van een behoorlijk voorziemngenpa -
ket. Hij meent dat daar onder andere de door de raad vastgestelde njst
van projekten mede antwoord op geeft. Op dielijst staan 50 projekten,
waarvan hij meent dat er maar weinige bij zijn waar de V.V.D.-fraktie
indertijd geen "ja" tegen heeft gezegd.
De heer Van der Wal zegt dat het uitgangspunt bij de projekten"l
destijds was dat zodra één raadslid ervoor was, het projekt op de lijst
kwam.
De heer Baar is het daarmee eens. Aan de andere kant is bij de vast-
stelling vaTTTi lijst vanuit de frakties wel te kennen gegeven wat men
wel of niet belangrijk vond en zo moet men zijn opmerking nn deze ver-
staan. Met de benadering van de V.V.D.-fraktie ten aanzien van de afwe-
qinq van het nut van traditionele uitqaven, het zoeken naar minder kost-
bare alternatieven voor nieuwe projekten en het kritisch bekijken van
uitgaven, kan sprekers fraktie volledig instemmen. Dat zijn doelste în-
gen'in ons beleidsplan waaraan alle frakties hoge pnonteit hebben ge-
geven. De moeilijkheid vindt spreker dat de îndruk wordt gewekt alsof
dat een wondermiddel zou zijn waarmee schatten zijn te verdienen. Hij
qelooft namelijk niet zozeer in die schatten. Hij heeft eerder.de in-
druk dat in de praktijk zal büjken dat de te_bereiken bespanngen al-
tijd van beperkte omvang zullen blijken te zijn.
Verder merkt hij op dat de rekensommen, die de heer Van der Wal de raad
voorhield, kloppen. Maar sprekers fraktie heeft er bezwaar tegen dat hij
deze rekensommen heeft gemaakt, omdat ze in wezen een vertekend beeld
geven. Ze wekken de indruk alsof er met betrekking tot de kostenverzwa-
ring veel gaat gebeuren en dat is niet zo. Het gaat er in feite on dat
in 1978 per hoofd van de Heemsteedse bevolking, bij een verhoging van
de onroerend-goedbelasting met 15«, ongeveer f 11,— meer zal moeten wor-
den opgebracht en bij een verhoging met 10% f 7,40.
Wat er daarna gaat gebeuren is minder relevant. Spreker zou kunnen uit-
rekenen wat hij persoonlijk in al die jaren van zijn bestaan aan Delas-
ting heeft opgebracht. Dat is een onvoorstelbaar bedrag. Maar daar gaaJ
het niet om. Waar de Heemsteedse burger om vraagt en waar hij naar kijku
is: wat kost het me op dat moment. Het is bovendien minder relevant om-
dat de rest nog niet vaststaat. De V.V.D. verwacht dat daarna iOa per
jaar nodig zal'zijn, het C.D.A. en P.H. denken aan de noodzaak van 15»
verhoging per jaar. Maar dat staat nog niet vast. Het zou în de praktijk
wel eens minder of meer kunnen zijn. Als spreker denkt aan de opstelling
van de V.V.D. met betrekking tot enerzijds de projekten, anderzijas de
dekking, dan zou het hem niet verbazen als inderdaad na 1978 zou blijken,
ook in'de ogen van de V.V.D., dat die 10« niet voldoende zou zijn. Daar-
mee komt hij op iets wat hij niet kan rijmen Het voorstel van de V.V.D.
komt neer op de volledige lijst van pagina 27, aangevu d met de Crayenes-
terschoolde milieuaktie, gekombineerd met milieuvoorlichtmg, met daar-
naast 10« onroerend-goedbelasting. Dat zou betekenen dat er uit de ["eser-
ves voor een bedrag van 3,1 miljoen gulden geput moet worden. De V.V.ü.
heeft gesteld dat men aan de saldi-reserve zal mogen komen, de algemene
reservê laat zij liever in stand. We hebben een saldi-reserve van 2,3 mil
joen, dus zit daar een.gat van 8 ton. Daarom is sprekers konklusie dat
