348
16 december 1977
Wethouder Reeringh heeft begrepen dat mevrouw Bernelot Moens de pre-
ventie naar voren wil brengen, waarbij zij als kapstok om het aan op te
hangen het feitelijk oriderzoek op het stuk van het cervix-carcirioom ge-
bruikt. Mevrouw Berrielot Moens plaatst het nu in een iets breder kader
dan tijdens de commissievergadering, waar zij het had over het deelge-
bied van de sexuele nygiëne. Het college heeft getracht op dat stuk wat
te speuren en heeft daarbij een folder van het ministerie van volksge-
zondheid naar voren gehaald. Het aanvankelijk idee was die folder aan
niemand op te dringen, maar neer te legaen in de ruimte waar het uit-
strijkje zou worden gedaan. Een echte voorlichting op het stuk van de
preventie in het kader van het cervix-carcinoom is niet goed denkbaar,
omdat de kosten daar niet op ingespeeld zijn, men betaalt daar niet
voor, want dat zou natuurlijk langer duren en meer kosten met zich mee-
brengen. Verder vindt spreker een belangrijk punt dat de mensen dan on-
gevraagd deze voorlichting krijgen. Men komt voor het een en krijgt te-
vens het ander. Als mevrouw Bernelot Moens de zaak wat uitbreidt en over
aigemene gezondheidsvoorlichting spreekt, dan is spreker daar graag toe
bereid. Het coilege zal dat met de gemeente-arts opnemen.
Spreker heeft begrepen dat er ook advies is gevraagd van de schoolartsen-
dienst, waarmee meteen de link gelegd is die mevrouw Bernelot Moens aan-
duidt in de richting van het onderwijs. Spreker is bereid dit gebeuren
aan te grijpen om vooriichting te geven. Maar ODgedrongen voorlichting
kan de mensen juist enigszins in de contramine brengen. Overigens moet
het wel leesbaar en overzichtelijk blijven.
Mevrouw Berneiot Moens zegt dat de wethouder de vrouwelijke kant van
de bevolking benadert. Het betreft echter niet alleen de vrouw maar ook
de man, die niet wordt benaderd. Zij zou graag beide kanten benaderd wi1 -
len zien.
De heer Borghouts zegt dat het ook te maken heeft met voorlichting aan
mannen. Hij verschTTt met de wethouder van mening over de gedwongen voor-
lichting. Als men op aiierlei gebied moet afwachten totdat rnensen om voor-
lichting vragen, dan kan men er waarschijnlijk wel mee ophcuden. Men moet
gewoon achteloos voorlichting geven. Men komt voor het één en men krijgt
het anaer gratis mee. Men moet zich niet aiieen beperken tot vrouwen,
maar men moet ook naar mannensociëteiten en dergelijke gaan om daar voor-
iichting te geven en vooriichtingsmateriaal neer te leggen.
Wethouder Reeringh zegt dat we dan meer in de sfeer van de vooriich-
tingsavonden zitten.
De voorzitter neemt aan dat hierop wordt teruggekomen.
Punt 9.
De heer Hofiand brengt naar voren dat het hondenvuil zeer veel onge-
rief veroorzaakt. Hu is het wel eenvoudig om in de algemene plaatselij-
ke verordening een bepaling in deze op te nemen, maar de kontrole daar-
op is niet eenvoudig. Het antwoord van net coHege vindt zijn fraktie
echter wat negatief, want er wordt niets aangedragen om te trachten dit
probleem op te lossen. Zij meent dat als een dergelijke bepaling wordt
opgenomen, er weer eens een nieuwe aanzet aegeven k.an worden voor een
veranderde mentaliteit en milieuverbeteringterwijl publikaties in
de plaatselijke pers en soms een persoonlijk schrijven aan de honden-
bezitters ook verbetering kan brengen. Zij meent dat het mogelijk kan
zijn dat de sociale kontrole nog weer eens een extra nadruk krijgt.
Spreker vraagt of het college niet eens wil overwegen of, als het deze
