396 15 december 1977 Nijver waren de ambtenaren, m'jver waren burgemeester en wethouders en nijver waren de raadsleden, de éên nog meer dan de ander. Ik denk met name aan de fraktievoorzitters. De grote plannen blijven ons leven be- heersen: masterplan, meerjaren-beleidsplan, verkeersstruktuurplan, hoogst belarigrijke bestemmingsplannen en ga zo maar door. Er wordt ge- werkt aan een groeiend aantal nota's. Er zijn gisteravond weer toezeggir.gen in die richting gedaan. Nota's die bouwstenen moeten aandragen voor een samenhangend beleid dct steeds meer bewust wordt gevoerd en dat zoveel mogelijk alle konsekwenties wil overzien. Er wordt zeifs al een waarschuwende vinger opgestoken: beste raad, ga niet op de verkeerde stoelen zitten, op zetels die niet voor u zijn neergezet. Aan de andere kant is ook wel eens gezegd, niet in deze zaal overigens, dat ook andere raadsleden dan v/ethouders in de lcop van de zittingsperiode eens enige tijd zouden nioeten meedraaien aan de kant van het dagelijks bestuur: in de keuken van het gemeente- lijk beleid. flen zou het een profane vertaling kunnen noemen van liet bijbelse: vriend(in), ga hogerop. Qver de verdiensten en bezwaren van het idee laat ik me verder r.iet uit, ik citeer alleen maar en het voor- deel in de positie als de mijne is dat je dingen kunt zeggen zonder dat het direkt politieke gevolgen heeft. Achteruit kijkend wil ik ook niet zwijgen over de sfeer waarin het af- geloperi jaar in de raad gewerkt is. Het land zou er een voorbaeld aan kunnen nemen. Ik spreek hier niet van Den Haag, man mag er natuurlijk v/el aan deriken. Het is hier mogelijk naar de ander te luisteren. Er is bereidheid om de argumenten van een ander op je te laten inwer- ken. Er is de wil om samen iets te doen in het belang van alle Heem- steedse mensen. De eigenschappen die ik noem behoren tot een soort die vandaag de dag misschien wat minder hoog genoteerd staan. Maar ik vini ze en nu ben ik dan weer persoonlijk, bijzonder belangrijk. Het betekent ook dat men bereid is de eigen wijsheid niet ais de hoogste te zien, dat men niet een dogmatisme aanhangt dat wijsheid in haar te- gendeel doet vericeren. Onze taal drukt dat zo kernachtig uit: eigen- wijs, onwijs. Mijnheer de voorzitter, de wijsheid is ook uw deel geweest bij uw ambt zoais u het dit jaar heeft uitgeoefend. We zijn u aîs voorzitter van de raad daarvoor erkentelijk. Ik wens u er, uw charmante vrouw en uw doch- ters, groeiend naar voiwassenheidgezegende dagen toe. Aiien hieraan- wezig wens ik de goede wii, waarvan het kerstverhaal zo vervuld is en de vrede van hem die aiie beieidspiannen overstijgt. (appiaus) De voorzitter dankt de heer Van Emmerik voor zijn v/oorden. Hi j wenst ailen goede dagen toe, voorai in bezinning en beieving en hij wenst ai- ien toe veei kracht te mogen opdoen, die we ongetwijfeid volgend jaar weer nodig zulien hebben. De voorzitter sluit de vergaderir.g te 19.45 uur. Aidus vastgesteid in de openbare vergadering van De voorzitter,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1977 | | pagina 52