12
26 januari 1978
meer afhankelijk zal worden, nog fatsoenlijk drinkwater te kunnen ma-
ken. Belangrijk is nu-te kor.stateren, dat al deze faktoren geen rol
spelen bij de bepaling van de optimale bedrijfsgrootte van een distri-
butiebedrijfwaarmede schaalvergroting in de distributiesektor niet
zo vanzelfsprekend wordt als G.S. wil 'laten geloven. Integendeel, er
zijn enkele wezenlijke argumenten die pleiten voor distributie van
drinkwater op lokaal niveau, zoals in het raadsvoorstel ook duidelijk
naar voren is gebracht:
le, op lokaal niveau is de drinkwaterdistributie veelal samen met de
distributie van andere nutsvoorzieningen in éên bedrijf ondergebracht,
hetgeen natuurlijk bevorderlijk is voor de koördinatie van werkzaamhe-
den en voordelen geeft op het vlak van de overheadkosten, de incasso-
kosten en de meteropnamekosten. In de Heemsteedse situatie wordt bijna
al het ondergrondse en bovengrondse werk aan de openbare weg uitgevoerd
en gekoördineerd binnen éën bedrijf: men denke maar aan de gasleidir.gen,
water 1 eidingenelektriciteitsleidingeri, rioleringen, wegenonderhoud,
plantsoenen en niet te vergeten de kabel-t.v.
Een situatie die Heemstede moet zien te behouden.
2e, aan het bestuurlijke argument, dat de afstand tussen bestuur en bur-
ger zo klein mogelijk dient te zijn, wordt in het plan voorbijgegaan
waarmee duidelijk wordt dat G.S. zich de decentralisatiegedachte, aie
sinds de totstandkoming van het wetsontwerp reorganisatie binnenlands
bestuur gemeengoed is geworden, nog niet eigen hebben gemaakt, in ieder
geval blijkt dit niet uit het plan.
Als een soort axioma wordt in het plan gesteld, dat door samenvoeging
van produktie en distributie meer garan'ties voor een goede kwaliteits-
bewaking van het gedistribueerde produkt worden geschapen. Cok hiergeen
enkele adstruktie van het gestelde. Men vraagt zich wel af als men zo-
iets leest, of de waterdistributiebedrijven, het KÎWA en de rijksdienst
voor de volksgezondheid binnen de huidige organisatiestruktuur werke-
lijk niet in staat zijn de kwaliteit van het drinkwater in de distribu-
tienetten doeltreffend te bewaken. Is dan wel eens gebleken dat de kwa-
liteit van het drinkwater in de distributienetten een niet verantwoor-
ae verslechtering onderging? In ieder geval is bij ons distributiebe-
drijf hiervan nooit sprake geweest.
Inzake de eenheid in de watertarieven zegt spreker dat de voorgestelde
reorganisatie volgens G.S. meer eenheid in de watertarieven zal kunnen
brengen, hetqeen door hen uit oogpunt van het zogenaamde solidariteits-
principe als gewenst wordt beschcuwd. Hij stelt voorop aat zijn fraktie
zeker m'et afwijzend staat tegenover dit principe. flen kan zich echter
wel afvraqen of dit principe, als het gaat om de watertarieven, van zo-
danig belang moet worden geacht, dat het als éën van de belangrijkste
argumenten kan dienen ter verdediging van een zo radikale reorganisatie.
Bovendien mogen G.S. dit argument niet hanteren, omdat het reorganisa-
tieplan volgens de wet benoort te worden opgesteld ter bevordering van
de doelmatigheid en niet om meer eenheid in de watertarieven te bewerk-
stelligen. En misschien is nog wel het allerbelangrijkste, dat er in
dit verband valt op te merken dat het heel goed mogelijk is meer een-
heid in de watertarieven te verkrijgen zonder dat hiervoor het creëren
van een groot vertikaal gestruktureerd provinciaal waterbedrijf noodza-
kelijk is, want le, zal de koncentratie in de winnings- en produktie-
sector al tot gelijke inkoopprijzen voor de distributiebedrijven kun-
nen leiden en daarmede tot geringere verschiller. in de watertarieven.
2e, is het niet onaardig in dit verband eens te bekijken hoe éér, en
ander in de aardgassektor is geregeld. Daar is het mogelijk gebleken
