2e afd. 30 maart 1978
6.2. SCH00LBIBLI0THEF.KWERK.
Parallel aan de introductie van moderne didactische leermethoden en
wereldgeoriënteerd onderwijs is men tot het besef gekomen dat iedere
school te beginnen met het basis (ev. al kleuter-) onderwijs over een
schooibibliotheek (-mediatheek) of documentatiecentrum dient te be-
schikken. Het gaat hierbij om een collectie boeken, brochures, knip-
sels e.d. welke zoveel mogelijk v/ordt benut ten behoeve van het onder-
wijsleerproces. Het materiaai kan worden aangewend voor projecten, werk-
stukken, spreekbeurten e.d.
De 1 iteratuurbehoefte die op school bij het kind v/ordt gewekt kan in
verband met de geringe collecties nooit heiemaal bevredigd wcrden.
Gestimuleerd door het al vroeg leren omqaan met gepubliceerd materiaal
is het gebruik van de openbare bibiiotheek, met name door scholieren,
de laatste jaren zeer aanzienlijk toegenomen.
Tussen schoolbibliotheek en openbare bibliotheek dient eeri hechte re-
latie te bestaan en is alleen al vanuit een bibliotheektechnisch cog-
punt (selectie en aanschaf, catalogiseren, documenterenonderhoud en
binden, afschrijven en vervangen van boeken e.d.) een nauwe samenwer-
king noodzakelijk.
De onderwijswet voorziet niet in de aanstelling van een speciale school-
bibliothecaris binnen de personeelsstaf van een basisschool.
Taak van het schoolbibliotheekwerk is o.a. het geven van informatie en
adviezen met betrekking tot de opzet, het beheer en gebruik van een
schooldocumentatiecentrum alsmede de begeleiding daarvan.
In 'totaal circa 110 schoolbibliotheekdiensten zijn in ons lar.d verbon-
den aan de meeste grotere zelfstandige bibliotheken en alle provincia-
le bibliotheekcentrales. Aan het Nederlands Bibliotheek en Lsctuur Cen-
trum is voorts een Dienst Schoolbibliotheken/Audio Visuele Media ver-
bonden, die een cer.trale dienstverlening verzorgt van materiaal, zo-
als projekt- en advieslijsten, inventarisatie audiovisuele software,
onderwijsrecensies en de productie van katalogusmateriaal
De situatie in Heemstede tot op heden is dat de 11 lagere scholen een
eigen bibliotheek c.q. documentatiecentrum opbouwen, veelal gerund
door een leerkracht, die bij de inrichting wordt bijgestaan door ouders
die zich hiervoor vrijwillig inzetten. Indien daarom verzocnt wordt in-
cidenteel en voor zover mogelijk door de Heemsteedse bibliotheek advies
gegeven, maar worden geen praktische werkzaamheden verricht. Voor speci-
- 16 -