2e afd. 30 maart 1978 35
9. AANSLUITING BIJ 0E PROVINCIALE BIBLIOTHEEKCENTRALE NOORD-HOLLAND;
VIA EEN INTERGEMEENTELIJKE REGELING BIJ DE STADSBIBLIOTHEEK HAAR-
LEM; OF VOORTZETTING VAN DE HiJIDIOE ZELFSTANOIGHEID?
Afgezien van het door de gemeentenaren verworven recht van een zeer
directe dienstverleningzoals deze door de eigen bibliotheek thans
geschiedt, heeft de Gemeentelijke Openbare Bibliotheek Heemstede aan-
getoond voldoende draagvlak te bezitten om voor haar leden optimaa'l
te kunnen werken en volstrekte verantwoordelijkheid te kunnen dragen
voor het in de praktijk gebrachte bibliotheekbeleidzowel ten aan-
zien van de interne functies (collectievorminghet toegankelijk maken
van dit bezit, informatieverschaffing, het bieden van lees- en studie-
faci1iteiten) als met betrekking tot externe taken (publiekwerving,
het onderhouden van kontakten met andere organisaties en instantiesop
sociaal-kultureel en educatief gebied, het met materiaal ondersteunen
van plaatselijke activiteiten e.d.).
Waar het categoraal of extra-muraai bibliotheekwerk betreft is het dui-
delijk dat overeenkomsten met de Provinciale Bibliotheek Centrale te
prefereren zijn boven het in eigen beheer verrichten van dergelijke ta-
ken.
Plaatseiijk bibiiotheekwerk dient zo dicht mogeiijk bij de gebruikers
- uit een gezichtspunt van noodzakelijke efficiency gesteund door metho-
den van rationalisering en centraie dienstverlening - te geschieden.
De behoeften en wensen van het pubiiek verschiiien van plaats tot plaats.
Opgaan in een P.B.C. structuur brengt het reële gevaar met zich mede van
een geringere ontpiooiingskans van eigen initiatief. Dit werkt demoti-
verend. Daarbij komt dat de terugval in rechtspositie van het personeel
evenmin zal bijdragen tot verhoging van de arbeidsvreugde in het alge-
meen en werkprestaties in het bijzor.der.
De werkingstaken van een P.B.C. zijn in eerste instantie afgestemd op
plattelandsgemeenten, die gua bevolkingssamenstelling moeilijk vergelijk-
baar zijn met een situatie zoals deze in Heemstede aangetroffen wordt,
namelijk gekenmerkt door een relatief hoger opleidingsniveau en ditoont-
wikkelde leeskultuur, daarenboven een kritisch ingesteld publiek dat er-
van blijk heeft gegeven hoge eisen aan de dienstverleninq te stellen.
Het inwonertal van een gemeente als enige maatstaf voor aansluiting te
nemen is'een onjuist uitgangspunt. Een bibliotheek in een willekeurige
geneente van 48.000 inwoners met 25% frekwente gebruikers verricht in
- 21 -
