4e afd.
30 maart 1978
REGIONALE BRANDWEER KENNEMERLAND
39
Heemstede, 14 maart 1978.
Aan de Raad,
De zorg voor de veiligheid van de inwoners is een van de meest ele-
mentaire taken van de overheid. De gemeentebesturen hebben op dit
veelomvattend terrein een eerste en grote verantwoordelijkheid.wel-
ke voortvloeit uit de directe relatie van het bestuur van de gemeen-
te tot de burgerij.
Wij achten het dan ook onze taak, voortdurend te zoeken naar mogelijk-
heden om binnen de grenzen van het haalbare het vei1igheidsniveau voor
de burgers van de gemeente op peil te houden en zelfs te verhogen.
Eên van de mogelijkheden daartoe, welke reeds in een vroeg stadium
werd onderkend, is het bundelen van krachten door te kijken over de
grenzen van de gemeente.
Regionale samenwerking achten wij in de huidige situatie de belang-
rijkste mogelijkheid om enerzijds bestaande voorzieningen op het ge-
bied van de veiligheid effectiever en efficiënter te doen functioneren
en anderzijds voorzieningen toe te voegen, die slechts op regionaal
niveau kunnen worden gerealiseerd.
In overeenstemming met het bovenstaande is op het gebied van de brand-
weer, het onderwerp van het voorsteldat wij u hierbij voorleggen, de
onderlinge samenwerking in de loop der jaren steeds intensiever gewor-
den.
De mnlster van Binnenlandse Zaken is de mening toegedaan, dat regio-
nalisatie van de brandweer een doelmatige methode is om het peil van
de voorzieningen op het terrein van het bestrijden van rampen en het
verlenen van hulp, landelijk gezien, op een hoger niveau te brengen.
Dit moge blijken uit de op 4 oktober 1976 door hem vastgestelde Interim-
regeling Rijksbijdragen Regionale Brandweren, waarin hij met bovenstaande
stelling impliciet de brandweer proclameert tot het centrale apparaat
bij de rampenbestrijding en hulpverlening. Deze visie van de minister
wordt door ons met instemming begroet.