2e afd.
27 april 1973
57
wanneer een pensioen, als in dit artikel bedoeld, wordt toe-
gekend of eindint dan wel - anders dan wegens aanpassing cver-
eenkomstig de regelen vastgesteld bij de algemene maatregel
van bestuur, bedoeld in artikel 105 van de Algemene pensioen-
wet politieke ambtsdragers en daarmede overeenkomende artikelen
in andere pensioenwetten - wordt herzien.
VII In artikel 33 vervallen de woorden "wegens een zelfde sterfgeval"-
en worden de bedragen f 49.631,— 35.451, f 49.531,--,
f 7.090,-- en f 14.180,-- gewijzigd in achtereenvolgens f 64.683,
f 46.202,--, f 64.683,--, f 9.241,-- en f 18.481,--; het gestelde
onder a vervalt en de letters b en c worden gewijzigd onderschei-
denlijk in a en b.
VIII Aan artikel 39 wordt toeqevoegd:
h. De vakantie-uitkeringen, bedoeld in de Algemene Ouderdomswet
en de Algemene Weduwen- en Wezenwet, worden geacht op overeen-
komstige wijze als het algemeen pensioen in termijnen te worden
uitbetaald.
IX In artikel 40 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a. Lid 1 wordt gelezen als volgt:
1. Indien een gehuv;de vrouw, die geen zelfstandig recht heeft
op een algemeen pensioen, noch duurzaam gescheiden van haar
echtgenoot leeft, recht heeft op een pensioen, wordt laatst-
bedoeld pensioen voor de toepassing van ûeze paragraaf ge-
acht aan haar echtgenoot te zijn toegekend met ingang van de
eerste dag van de maand, waarin zij de leeftijd van 65 jaar
bereikt, of zoveel later als het pensioen is ingegaan.
b. Lid 3 wordt gelezen als volgt:
3. Indien aan de echtgenoot hetzij een pensioen, hetzij een
pensioen krachtens een andere regeling, als bedoeld in arti-
kel 41, lid 5, waarop met deze paragraaf overeenkomende be-
palingen van toepassing zijn, hetzij enig ander pensioenals.
bedoeld in artikel 42, lid 1, dat uit hoofde van zijn recht
od algemeen pensioen wordt verminderd, is toegekend, wordt
de diensttijd waarnaar het pensioen van de vrouw is berekend,
of geacht wordt te zijn berekend, voor het deel dat samen-
valt of geacht wordt samen te vallen met de diensttijd van
de echtqenoot, voor de toepassing van deze paragraaf niet in
aanmerking genomen.
X Artikel 41, lid 4, wordt gelezen als volgt:
4. Indien aan een belangnebbende pensioen is of geacht wordt te
zijn toegekend en tevens pensioen krachtens een andere regel ing
als bedoeid in het volgende lid is toegekend, of voor de toepas-
sing van met deze paragraaf overeenkomende bepalingen van die
regeling geacht wordt te zijn toegekend, vinden de vorige leden
voor zoveel mogelijk overeenkomstige toepassing. Het bepaaide
in de vorige volzin geldt met dien verstande, dat indien het
betreft pensioenen toegekend krachtens een militaire pensioen-
wet vocr de toepassing van ait artikel niet als diensttijd geldt
de diensttijd, die krachtens die wet met vier mille van de pen-
sioensgrondslag is vergolden. _fi_