4e afd. 18 raei 1978 60 a. agrarische bedrijfswoningen; b. opstallen van staand glas öf ander doorzichtig nateriaal hoaer dan 1.00 m en stook- en ketelhuizen, doch zulks uitsluitend ter voortzetting van ten tijde van het van kracht worden van het plan reeds aanwezige tuinbouwbedrijven en overigens met dien verstande dat per agrarisch bedrijf in aaneengesloten coraplexen moet worden gebouwd. 8. Een agrarische bedrijfswoning als bedoeld in iid 2 onder b is uiu- sluitend toelaatbaar indien: a. het betreffende bedrijf (nog) niet over een woning op zijn be- drijfsgrond beschikt; b. de woning dient tot huisvesting van een persoon (en diens gezin) die bij wijze van hoöfdberoep als bedrijfshoofd danwel anders- zins met de dagelijkse leiding van het betreffende bedrijf is be- last en daarin duurzaam een (nagenoeg) volledige dagtaak heert. 9. Ter toetsing aan het bepaalde in lid 8 wordt een bouv/plan dat betrek- king heeft op de bouw van een woning danwel op de veranaering var, een niet voor bev/oning bestemd gebouw tot woning, voorgtlecd aa,, de 1andi nrichti ngsadvi seur 10. I.idien het oordeel van de landinrichtingsadviseur strekt tot weige- ring van de gevraagde bouwvergunningwordt de bouwvergunning n,£t^ verleend dan na ontvangst van een verklaring van geen bezwaar van Ge- deputeerde Staten. 11. Burgeraeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlener. van het"bepaalde in lid 2 onder b voor het bouwen van een tweede agra- rische bedrijfswoning ten behoeve van een tweede arbeidskracut (en diens gezin), indien en voorzover: ahet betreffende bedrijf aan een tweede arbeidskracht bij wijze van hoofdberoep een volledige of nagenoeg volledige dagtaak bied b. een doelmatige voortzetting van het bedrijf bedreigd wordt door het ontbreken van huisvestir.gsmogeîijkheden voor een tweede ar- beidskracht in een woning op de bedrijfsgrond; c. de woning wordt gebouwd op een afstand van ten hoogste 25.00 m van de eerste agrarische bedrijfswoning 12. Alvorens omtrent het verlenen van vrijstelling als bedoela nn 'id 11 te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de landinrichtingsadviseur en horen zij de Raadscomissie voor ae Volkshuisvestingde Ruimtelijke Ordening en de Recreatie. 13. Vrijstelling in afwijking van het oordeel van de landinrichtingsad- viseur wordt slechts verleend, nadat vooraf van Gedeputeerde Staten de verklaring is ontvangen dat zij daartegen geen bezwaar hebben. 14. Indien een agrarisch bedrijf de beschikking heeft over éên of twee bedri jfswoning(en)wordt het bouwplan voor de nieuwe womng aange- merkt als bouwplan voor een tweede of derde agrarische bedrijtsvyo- ningals agrarische bedrijfswoningen waarover een agrarisch becrij de bescnikking heeft, worden aangemerkt: a. de woningen waarover het betreffende bedrijf reeds daadweri<e: ;jk als agrarische bedrijfswoning beschikt; b. de woningen waarover het betreffende bedrijf - na het van -.-acnt v/orden van het plan en als dan in de periode van ten hocgste t;en jaren voorafgaande aan het verzoek om bouwvergunning - als a^gra- Z i -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1978 | | pagina 21