4e afd. 18 mei 1978 60
Van de voorgenomen wijziging en de mogelijkheid voor belanghebben-
den bezwaren in te dienen, geven burgemeester en wethouders tevore
kennis aan de eigenaren en gebruikers van betreffende er, aangrenze
de gronden en ge'bouwen, in één of meer dag- of nieuwsbladen die in
de gemeente worden verspreid en op de gebruikelijke wijze. Bij -.c
inzending van het besluit tot wijziging ter goedkeuring aan Gedepu
teerde Staten worden de ingekomen bezwaarschriften in afschrift mel
de overgelegd.
Artikel 7 Aqrarisch gebied met grote landschappelijke waarde fAL II).
1. De gronden met de bestemming agrarisch gebied met grote landschapp
lijke v/aarde zijn bestemd voor de bedrijfsvoering van agrarische
bedrijven als bedoeid in artikel 1 iid 6 onder a, b en c, alsmede
voor het behoud en herstel van de aldaar voorkomende dan wei daar:
eigen grote landschappelijke waarden.
2. Op de in iid 1 bedoelde gronden mogen uitsluitend met de bestemnv
verband houdende bouwwerken, geen gebouv/en zijnde, worden gebouwo,
3. De hoogte van de in lid 2 bedoelde bouwwerken, geen gebouwen zijn-
de, bedraagt ten hoogste 1.80 m.
4. Het is behoudens het bepaalde in lid 7, verboden zonder of in ar-
wijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethc
ders (aanlegvergunning) de in lid 1 bedoelde gronden te bepiancer. I
met houtige gewassen.
5. De werkzaamheden als bedoeld in lid 4 zijn slechts toelaai-baar ,r-
dien door die werkzaamheden, dan wel door de daarvan direct hetzij
indirect te verwachten gevolgen de in lid 1 genoende functies en
waarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
6. Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in l-.d
worden de Raadscommissie voor de Volkshuisvesting, de Ruinuel1. jkel
Ordening en de Recreatie gehoord, alsmede eer, door Gedeputeerde
Staten aan te wijzen instantie deskunaig op het gebied van de larj
schapsbescherming.
7. Het in lid 4 bedoelde verbod blijft buiten toepassing met betrekkj
tot werkzaamheden binnen het kader van het nornale onderhc.d en a|
nen het kader van de normale agrarische bedrijfsvoering en bodemej
ploitatie.
8. Ean vrijstelling ais bedoeld in artikel 17 van de Wet op de Ruimtj
lijke Ordening kan ten aanzien van de in lid 1 bedoelde gronden nj
worden verleend.
Artikel 8 Woondoeleinden (W)
1. De gronden met de bestemming woondoeleinden zijr, bestemd voor:
a. woonhuizen met daarbij benorende autoboxen c-n bergplaatsen;
b. met de bestemming verband houdende bouwwerken, geen gebouwen z
de, van ondergeschikte betekenis, alsmede voor erven.parkeerple
sen en tuinen, voor zover deze gronden niet worden bebouwd.
2. De woonhuizen moeten worden gebouwd als eengezinshuizen.
3. De ingevolge lid 1 toelaatbare bouwwerken mogen uitsluitend worde
bouwd met inachtneming van de op de kaart en de hierna gegevenaad
zingen: - 2t
