4e afd18 mei 1978 60
Om schaduwwerking van bedrijfsqebouwen op naastligqende kassen c.q.
open grondteelten te verminderen zijn deze afstandsbepalingen opgeno-
men. De voorschriften zijn op dit punt in die zin aangepast, dat de
maximum afstand tot de erfscheiding niet meer dan 6.50 m hoeft te be-
dragen. Het woord erfafscheiding komt in lid 19 onder b niet voor.
9. Artikel 12 - Natuurqebied (oud).
(lid 3, e en f) (oud) Het in dit lid bepaalde valt onder de be-
voegdhéid van het waterschap.
Verwezen wordt naar hetgeen hieromtrent reeds eerder is opgemerkt.
10. (lid 3 g) (oud) Dit wordt beheerst door de Boswet.
In lid 7 wordt thans de verhouding tussen het bestemmingsplan en de
Boswet en de krachtens die wet vastgestelde voorschriften geregeld.
11. Artikel 20 - Herbouw na calamiteit (oud).
In het algemeen wordt een termijn van 3 jaar aangehouden inplaats
van 2 jaar.
Daar een termijn van 3 jaar in zekere zin even willekeurig is als een
termijn van 2 jaar, is gekozen voor de oölossing zoals vervat in arti-
kel 20, lid 3.
12. Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haarlem en omstreken.
Namens de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haarlem en omstre-
ken is door de secretaris bij brief d.d. 28 oktober 1976 het volgen-
de medegedeeld.
Na bestudering van de ons toegezonden stukken kunnen wij u meede-
len, dat de Kamer waardering heeft voor de wijze waarop in het oni-
werp waar mogelijk rekening is gehouden met de eventuele uitbrei-
dingsplannen van de in het plangebied gevestigde bedrijven.
De directie van Bibia Rubber N.V., gevestigd op het adres Herenweg
49 in uw gemeente, deelde ons echter mee weliswaar verheugd te zijn
met de omstandigheid dat in het ontwerp een terreingedeelte is ge-
reserveerd, waarop een uitbreiding van de bedrijfsruimte met maxi-
maal 435 m2 en een maximaal toegestane bouwhoogte van 5 meter kan
worden gerealiseerd, doch dat de situering daarvari op de plankaart
in bedrijfstechnisch opzicht niet ideaal kan worden genoemd :n
daaf-cm ook op bedrijfseconomische gronden bezwaar ontmoet.
Weiücht is het u mogelijk aan de wensen van het bedrijf tegemoet
te komen. Qezerzijds is de directie voornoemd geadviseerd ter zake
met u in overleg te treden.
Voor het overige geeft het ontwerp ons geen aanleiding tot het maken
van op- of aanmerkingen.
Ten aanzien van het hierboven gestelde kan worden opgemerkt dat aan de
wensen van het betreffende bedrijf tegemoet is qekomen.
3. N.V. Nederlandse Spoorwegen.
Namens de N.V. Nederlandse Spoorwegen is bij brief d.d. 13 septem-
ber 1976 bericht dat het ontwerp-bestemmingsplan gee.n aanleiding
heeft gegeven tot het maken van opnerkir.gen. ,g
