161
29 juni 1978
door het college voorgesteld, te handhaven met de aanvulling, zoals
spreker die naar voren bracht.
De heer Van Amerongen brengt in herinnering dat toen Heemstede er-
voor stond te besluiten de c.a.i. aan te leggen, door de heer Jelgers-
ma van het adviesbureau is verzekerd dat 80% een zeer haalbare kaart
zou zijn en dat men naar alle waarschijnlijkheid boven die 80% uit
zou komen. Die voorspelling van de heer Jelgersma is uitgekomen. Die
voorspelling van de heer Jelgersma is ook uitgekomen in veel andere
gemeenten, want alle gemeenten die hier in Nederland een kabeltelevisie
hebben aangelegd zitten op deze percentages.
Als men dan ook nog ziet dat Heemstede nu al bijna aan die 80% zit,
terwijl de kabeltelevisie nog niet geheel is aangelegd, dan begrijpt spre-
ker niet waarom men nu nog zou kunnen denken dat Bennebroek onder die
80% zou blijven.
De heer Van der Hulst heeft opgemerkt dat als er sprake is van tegenval-
lers, doordat Heemstede met name in de aanloopperiode dat percentage niet
zou halen, we daarvoor een regeling hebben getroffen: we zouden dan een
deel voor rekening van de algemene middelen kunnen brengen. Hij heeft
gesteld dat men zo'n regeling niet kan opleggen aan Bennebroek. Over die
opmerking heeft spreker zich verbaasd, want dat is namelijk in deze over-
eenkomst wel geregeld, namelijk in artikel 7, lid 4, waarin staat: "Ver-
liezen, ontstaan doordat genoegen is genomen met een lager aanvangstarief
dan waartoe de lasten aanleiding geven, die niet door tariefsverhogingen
gedekt zullen kunnen worden, hetgeen blijkt uit een door een register-
accountant goedgekeurd overzicht, worden door Bennebroek naar evenredig-
heid gedragen". Zijn fraktie heeft dat in de commissies al drie maal naar
voren gebracht. Ook de ambtelijke adviseurs die tijdens die commissiever-
gaderingen aanwezig waren hebben erkend dat die regeling is opgenomen.
Spreker wil zich aansluiten bij de pluim die de heer Van der Hulst aan
het g.t.b. heeft gegeven, het zou echter ook leuk zijn als dan ook wat
beter wordt geluisterd naar de adviezen van het g.t.b.
De heer Van der Wal heeft opgemerkt dat Bennebroek om een wederkerigheids-
regeling heeft gevraagd. Spreker acht dat niet juist. Bennebroek heeft
gevraagd om artikel 7, lid 5, te laten vervailen. Maar als Heemstede nu
zo eigenwijs zou willen blijven, dan zou Bennebroek nog wel zover willen
gaan om artikel 7, lid 5, te accepteren, maar dan op basis van wederke-
righeid. Dat is een andere nuancering dan de heer Van der Wal naar vo-
ren heeft gebracht.
Spreker gelooft dat het weinig zin heeft een amendement op dit punt in
te dienen. Zijn fraktie wil zich op dit punt nu beperken tot het vragen
van aantekening tegen artikel 7, lid 5.
De heer Van der Hulst meent dat artikel 7, lid 4, betrekking heeft
op het dekken van tekorten indien in beide gemeenten dit percentage niet
gehaald wordt er, dat, als Heemstede eenzijdig boven de 80% komt en Ben-
nebroek daarentegen eronder blijft, Bennebroek niet gehouden is die te-
korten op de ëén of andere wijze te dekken.
Spreker merkt op dat de heer Jelgersma in de commissi'e kabeltelevisie
inderdaad heeft gesteld dat die 80% zeer wel haalbaar is. De moeilijk-
heid is alleen dat spreker hier niet spreekt als direkteur van een be-
drijf, die dit dus wel op zich wil nemen en ook het risico wel wil aan-
vaarden, rnaar als een stukje van het gemeentebestuur en dan ligt de ver-
antwoording heel anders. Met alle prognoses, toezeggingen en ervarings-
cijfers van de heer Jelgersma wil spreker toch zekerheid hebben en wenst
hij niet het risico dat lasten van Bennebroek in dit opzicht - hij hoopt
dat het theoretisch zal zijn - op de Heemsteedse burgers worden afgewend.