85
3. Wie hoofd van een gezin, als bedoeld in het eerste lid onder A
sub a en wie zakelijk genothebbende, huurder of gebruiker als be-
doeld in het eerste lid onder B is, wordt naar de feitelijke omstan-
digheden beoordeeld.
Voorzover zij op grond van artikel 21 van de Wet bestrijding infectieziek
ten en opsporing ziekteoorzaken kunnen worden geheven bedragen de rechten
I. voor vervoer:
de werkelijk door de gemeente gemaakte k.osten, evenwel met een nis-
ximum van:
a. f.80,— voor een rit.van niet meer uan 20 kilometer en van
b. f.4,~ vocr elke kiiometer of gedeeite daarvan, die daarbover,
is afgelegd;
II.voor afzondering en verpleging:
de werkelijk aan de gemeente terzake in rekening gebrachte kosten
evenwel tot een maximum gelijk aan het bedrag dat volgt uit het
door de Stichting centraal orgaan ziekenhuistarieven goedgekeurde
tarief voor verpleging in de laanste klasse van de inrichting waar-
in afzondering en/of verpleging ^ee t plaatsgevonden;
de werkelijk aan de gemeente terzake ir. rekening gebrachte kosten,
evenwel tot een maximum van f.80,-- per persoon en per keer;
IV.voor reiniging en ontsmetting:
de werkelijk door de gemeente terzake gemaakte kosten tot een max-
mum van f.lp0.--.
Beiastingjaar
Artikel 4
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Heffing bij nota
Artikei 5
De heffing van de op grond van deze verordening verschuldigde rechten
geschiedt bij wijze van nota.
Vaststel1ing van het verschuldigde bedrag en verzending nota
Artikel 6
Zo spoedig mogelijk, doch in elk geval binnen drie maanden na het ver-
richten van de in artikel 1 bedoelde dienst, wordt. het bedrag van het
daarvoor verschuldigde recht vastgesteld en aan de belastingplichtige
door middel van een nota medegedeeld.
De nota bevat in ieder geval een omschrijvirig van de verleende dienst,
een berekening van het daarvoor verschuldigde recnt en de aanduiding
van 'iev. belastingjaar.
3e afd.
31 augustus 1978
Tarief
Artikel 3
III.voor onderzoek: