220 5 september 1973 Mijnheer de voorzitter, het overleg tussen de frakties heeft in be- slotenheid plaatsgevonden, hetgeen, nu voor het eerst ter gelegenheid van de col1egevorming ook het te voeren beleid aan de orde is geweest, begrijpelijk kan worden geacht. Mijn fraktie is echter van mening, dat, nu we de nodige ervaring hebben opgedaan met de onderhandelingen "nieuwe stijl", eraan gedacht zou moe- ten worden, de volgende keer deze besprekingen, althans zeker dat deel van de besprekingen dat betrekking heeft op de beleidsafspraken, in openbaarheid te laten plaatsvinden. We hebben in ieder geval nog een paar jaar de tijd om hier eens onze ge- dachten over te laten gaan. Mijnheer de voorzitter, op grond van wat ik naar voren heb gebracht en vanwege het feit, dat in het beleidsplan staat vermeld, dat op zo groot mogelijke schaal milieuvriendelijke hulpmiddeien en materialen moeten worden toegepast, stel ik namens mijn fraktie de heer Jager als kandi- daat voor het wethouderschap voor". De voorzitter stelt voor thans tot stemming over te gaan. Uit de gehouden stemming blijkt dat op de heer Reeringh zijn uitge- bracht 21 stemmen, op de heer Willemse 21 stemmen, op de heer Baar 20stem- men, terwijl 1 stem op de heer Jager werd uitgebracht en op de heer Jager 20 stemmen, terwijl 1 stem op de heer Baar werd uitgebracht, zodat tot wethouder werden benoemd de heren Reeringh, Willemse, Baar en Jager. Nadat de benoemden verklaard hebben hun benoeming aan te nemen, nemen 2ij, op verzoek van de voorzitter, de voor de wethouders bestemde plaat- sen in. De voorzitter: "Na de v;ethoudersverkiezing heb ik behoefte om mijn ge- lukwensen uit te spreken in de richting van de zojuist gekozen leden van het dagelijks bestuur, door het algeneen bestuur van de gemeente, de raad. F.en belangrijke taak wacht raad evenals het college van burgemeester en wethoudersMen zou kunnen zeggen: wij werken en besturen als dagelijks bestuur tegenwoordig dichter bij de raad, maar we zijn er nog wel als college en als verantwoording dragenden in dit college. De beleidsplanning en de recente beieidsafspraken, het zogenaamde instru- mentarium voor een bij-de-tijds besturen van de gemeente, de intenties, de beleidsafspraken, zij behoren bij dat bestuur"erbij zoals we dat bij- de-tijds kwa 1 ificeren. Intenties en beleidsafspraken waaraari fraktiesen wethouders zich gebonden voelen en weten. Een goede zaak. De raad be- stuurt met een hoofdletter b en toch: er is nog een eigen plaats, een eigen taak, niet boven de raad, maar wel voor burgemeester en wethouders weggelegd Wethouders zijn lid van hun frakties en van het college van burgemees- ter en wethouders. Primaat accent, elke fraktie misschien toch weer iets anders en sorns primaat en accent alleen per geval vast te steilen. De onmisbare ruimte, een zekere flexibiliteit, voor het college van bur- gemeester en wethouders, tref ik persoonlijk merendeels aan in die be- 1 eidsafsprakendie - zoals ik ook heb begrepen - door de frakties,ook als hoofdlijnen van het beleid en niet detaillistisch, zijn gekenschetst. Ik ben zo vrij om persoonlijk, kennis genomen hebbend van de beleidsaf- spraken, de ruimte die het college nodig heeft, ook daar te ontdekken en daar tot ruimte te konkluderen waar in de beleidsafspraken sprake is van situaties die zich kunnen voordoen bij zich wijzigende omstandighe- den, met dan de uiteraard onmisbare en noodzakelijke terugkoppeling naar de frakties. Van de signalering en evaluatie immers, van die wijzigende

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1978 | | pagina 14