215 basis van een program waarin de politieke groeperingen zich kunnen her- kennen. zult uit hetgeen ik tot nu toe gezegd heb, begrijpen en met u de hele raad, dat wij onszelf voldoende terugvinden in het geheel van beleidsintenties en beleidsafspraken waarover nu overeenstemming is bereikt. Wij zullen aan de uitvoering daarvan loyaal meedoen. Gezien de manier waarop en de sfeer waarin de afspraken in het onder- ling overleg tussen de frakties tot stand zijn gekomen menen wij ook bij de andere frakties te mogen rekenen op eenzelfde loyaliteit. Ook verwachten wij dat het college van burgemeester en wethouders zijn niet onbelangrijk aandeel aan het voorgenomen beleid zal leveren. Ik hoef hier niet te herinneren aan wat 6ôk afgesproken is: dat de wet- houders aan beleidsintenties en afspraken gebonden zijn. Wat betreft de geest waarin wij zullen meewerken, herinner ik aan een ander gedeelte uit ons program: Wat bezielt het C.D.A.? Als belangrijk- ste uitgangspunt staat daar genoemd: de unieke waarde van ieder mens en van het menselijk leven als een gave van God en daarmee de funda-^ mentele gelijkwaardigheid van alle mensen, ongeacht hun ievensovertui- ging, rasgeslacht, afkomst of economische positie. Het C.D.A. wil een samenleving waarin ailen in saamhorigheid deelhebben aan een zo volledig mogelijk mens zijn. Orn terug te keren tot het Heemsteedse politieke gebeuren: een afspraak waarmee onze fraktie zeker is ingenomen, betreft het aantal wethouders. Volgens de wet mogen dat er vier zijn. Het zullen er ook vier zijn, al- dus is overeengekomen. Het bestuur van een gemeente als Heemstede vraagt steeds meer tijd en inspanning van de gekozen bestuurders, niet alleen van de raad, maar ook van de wethouders. Wat de verdeling der zetels in het college betreft: gezien de verkie- zingsuitslag van j.l. mei en de samenstelling van de raad acht onze frak- tie het juist twee kandidaten te stellen voor het wethouderschap. Als zodanig noem ik namens dë fraktie de heren Willemse en Baar De portefeuilleverdeling is formeel uiteraard de taak van het straks aan- tredende coliege van burgemeester er. wethouders. Het college zal daarover, neem ik aan, in zijn eerste bijeenkomst beslissen. Het gezamenlijk ver- delingsvoorstel van de frakties zoals dat in de afgelopen maand tot stand is .gekomen, zal dar,, naar we mogen veronderstellen, op tafel liggen. Ik zal daarover nu verder niets zeggen. Waarover ik nog wel iets zou willen zeggen is een punt waaraan de voorzit- ter in zijn afscheidswoord aan de scheiaende raadsleden afgelooen donder- dagavond al heeft gerefereerd, zij het met een andere kwantitatieve bena- dering. Ik heb de notulen van vier jaar geleden nog eens nageslagen en dat is zeer leerzaam. Dan biijkt dat van de 21 raadsleden die op dinsdag 3 september 1974 in de Heemsteedse raadzaal aantraden, er hier op dit ogenblik - inklusief mijzeif - nog negen aanwezig zijn. Meer dan dehelft, zeg maar drievijfde, is dus intussen vervangen. Van de raad vöör 3 septem- ber 1974 zijn er nu nog slechts vijf over. In nauweiijks vier jaar tijds is de raad grotendeels vernieuwd. Ik konstateer dit niet om er een oordeel aan vast te'knopen. Vernieuwing voorkomt verstarring._ U kent het: frisse wind en zo. Van de andere kant is een zekere kontinuïteit - en daarmee gepaard gaande ervaring - onmisbaar, juist wanneer men als raad door meei jarenbeleidsplanning een greep v/i 1 krijgen op het beleid en het ware hoofd van de gemeente wil zijn. De verrassende frisheid van het nieuwe - enik kijk nu naar de nieuwe gezichten om mij heen - hoop ik altijd te blijven waarderen, tot mijn laatste snik. Maar ik hoop ook dat - om in monetaire termen te spreken - de "omloopsnelheid" van het Heemsteedse gemeenteraads- lid in de komende vier jaar minder snel zal zijn dan in de afgelopen vier jaar. En met deze wijsheid neern ik bij deze in één opzicht afscheid van 5 september 1978

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1978 | | pagina 9