29 september 1978
251
in fraaie bijzinnen en superlatieven nog wat extra's toe te voegen.
Ik dacht dat de raadsleden van de verschi1lende frakties van uw raad
dit op zo voortreffelijke wijze gedaan hebben dat mij dat niet past.
Mijn taak hier is toch nog dacht ik een prettige en is om u bij uw
afscheid nog een herinnering aan te bieden. U weet: "partir c'sst
mourir un peu". We hebben het allemaal duidelijk gehoord. Het cadeau
dat de raad u meende te moeten overhandigen is daaron de naritieme ge-
schiedenis van Nederland, een vochtig verschijnsel als aanvulling op
de pleurer". (Applaus).
Burgemeester: "Meneer de loco-burgemeesterde secretaris neeft het
al gezegd, namelijk dat men met het woord "proraotie" in burgeraeesters-
kring voorzichtig aan doet. De loco-burgemeester in Reeuwijk zei het
destijds heel kort en krachtig: de woorden over de promotie naar Heera-
stede beginnen me te vervelen, u bent burgemeester en u blijft burge-
meester
U hebt, meneer Willemse, gerefereerd aan vorige burgemeesters die deze
gemeente dienden. U weet dat ik het provinciaal bestuur, niet in het
minst in verband met mijn standpunt inzake bestuurlijke reorganisatie,
een goed hart toedraag. Ik ben het raet u eens dat het voor de toenraali-
ge burgeraeester van Heemstede, de heer Van Lennep, een heel belangrijke
stap is geweest toen hij gedeputeerde werd.
Inzake de befaamde inotie van de eerste dinsdag in september 1974 heeft
de heer Van Araerongen zich afgevraagd welke gevoelens bij mij de cver-
hand hadden.
Ik moet u zeggen, dat dit gemengde gevoelens waren. Per slot was ik in-
middels op eigen verzoek reeds naar managementcursus geweest toen de
motie hier werd aangenoraen. Waar lag mijn vrees? Deze lag hierin - ik
geloof dat het in de raad ook v/el eens is uitgesproken - dat de onder-
tekenaars van de motie niet precies wisten wat ze aan het doen waren.
Voor de woorden van waardering van de heer Willemse wil ik hem gaarne
danken. Mijn vrouw en ik hebben inderdaad getracht in dat ambt, dat
we hier gezamenlijk mochten uitoefenen, ons best te doen.
Dat de aanpak van regionale gewestelijke taken mij steeds heeft ge-
boeid, is gelukkig niet onopgemerkt gebleven. Het bestuur zo dicht mo-
gelijk bij de burger te brengen en daar te verantwoorden is nog altijd,
zo meen ik, de kern van de zaak.
Toen ik zojuist een opsomming gaf van wat ik allemaal vanmiadag niet
zou bespreken heb ik verzuimd Royal Learaington Spa te noeraen.
Dat komt omdat ik een Engels toespraakje bij de hand had als onze
Leamingtonians waren overgekomen. Ik heb ze niet ontdekt. Daarcm wil
ik nu via de kring voor internatioale vriendschap in Heemstede uitdruk-
kelijk zeggen - natuurlijk zal ik zelf ook nog een schriftelijke weg
vinaen - dat ik de hartelijke gelukwensen die mij hebben bereikt van
over de Noordzee, zeer op prijs stel. Ik heb ook veel waardering voor
de wijze waarop de kring deze internationale vriendschapszaak heeft op-
genomen en er verder mee werkt. Het is mijn wens dat die vriendschap tus-
sen de geraeenschappen Leamington en Heemstede verder wordt uitgebouwd
en ik wens u ook toe dat u in een vaste relatie, aan duidelijkheid niets
te wensen overlatend, tot het gemeentebestuur zult geraken. U raag zelf
raden, ook de leden van de raad, v;ei ke relatie ik met narae op het oog
heb.
De heer Arnoldy heeft gerefereerd - wie kaatst moet de bal verwachten,
maar u hebt dat met miîdheid gedaan - aan het feit dat ik niet twee
zittir.gsperioden heb uitgezeten. U begrijpt dat u raij wederom deed her-
inneren aan mijn status van ex-raadslid. U weet het ook: wettelijk ir.ag