256 29 september 1978 over hoe u dit allemaal invult. Maar waarom zeg ik dit? Niet zozeer voor u als manager in Amstelveen, maar veel meeromdat wij hier in het Kennemerlandse een manager gaan verliezen. Er is vanmiddag aan alle facetten van het funktioneren van de heer Quarles uitvoerig aandacht besteed. Eén aspekt is niet genoemd en dat is dat er in Kennemerland een club bestaat van fietsende burgemeesters. Het is nog maar een jonge club, wij zijn nog niet koninklijk erkend, maar dat kan ook nog niet binnen een jaar. Maar een aantal burgemees- ters in deze regio hebben dit voorjaar voor het eerst meegedaan aan de landelijke fietsdag. Het is toch goed dat ik nog even een paar aspekten van die fietstocht naar voren haal. Het weer was erg goed; wij kwamen allemaal monter bij het politiebureau in mijn gemeente aan. Het was vrij vroeg doch de koffie stond al klaar. Sommige kwamen met de auto, doch dat gaat wat moeilijk op een fietsdag, dus de politie was zo bereidwil- lig een fiets af te staan. Het zadel noest wat op maat van de burgemees- ter gebracht worden en vol enthousiasme gingen we op pad. Eerst richting Hillegom, maar al gauw vonden wij dat we naar het Kennemerlandse terug moesten, dus gingen we naar de gemeente Bloemendaal. U moet weten dat wij herhaaldelijk hebben moeten stoppen omdat één van onze collegae - ik zal zijn naam niet noemen - een fiets had vyaarvan het zadel de onheb- belijke gewoonte had naar beneden te zakken en achterover te klappen. Als het u overkomt zult u boos worden of wat dan ook. Ons verbaast niets meer, want men probeert ons ook vaak van onze stoel te krijgen of van ons zadel te halen. Dus we hebben wat training daarin. Met veel sleutelen onderweg is het toch gelukt de finish te halen, zij het - dat moet ik o°k eerlijkheidshalve zeggen - dat wij de finish zelf wat verplaatst had- den, we nebben dus de rit niet helemaal uitgereden. Waar was de finish? Dat was te uwen huize, bij mevrouw Quarles. Die was er kennelijk hele- maal op voorbereid, want die heeft een aantal burgemeesters die helemaal op waren voortreffel ijk ontvangen en we hebben weer nieuwe krachten op- gedaan om huiswaarts te kunnen keren. Hartelijk dank daarvoor. Maar wat heeft dat nu te maken met managen. Wij misseri nu onze manager bij deze fietsclub in oprichting en die hebben we nog zo hard nodig. Paul van Ostaijen, de dichter, heeft iets over fietsen gezegd en datwil ik u niet onthouden. De fiets bestond nog niet zo lang en toen zei deze dichter de volgende regels tot zijn fietsvrienden en dat kari ik nu ook rustig doen: oh, mijn fiets, gij zijt bron var, al m'n blijheid, oh.mijn fiets, gij zijt leven in de eeuwigheid, mijn fiets dat is het ketting ruisen, dat is het vlieden van de rode huizen, dat is de landweg gans verlaten in zijn witte maagdgewaden. Tot zover Van Ostaijen. En dat moeten wij allemaal nu verder doen zonder u, collega. Wij wilden ook aîs burgemeesters u een cadeautje aanbieden bij uw ver- trek en in deze lijn zou het natuurlijk liggen om u een fiets aan tebie- den, maar sedert ook wij onder de aftopping vallen en ook modale burge- meesters zijn, zat dat er niet meer in. Het geld is op. Dan denk je na: wat moet je dan geven? Ik dacht: dan geven we hem zo'n stuk ijzer - u weet het misschien - dat je aan de achteras van de fiets kunt bevestigen zodat je wat makkelijker opstapt. Gelet op uw jeugdige leeftijd menen wij toch dat u daar nog geen behoefte aan had. Bovendien hebt u net een mooie opstap gemaakt van Heemstede naar Amstelveen, dus voorlopig heeft u die opstap niet meer nodig denk ik. Een fietszadel hadden we u kunnen geven, maar daar hebben we juist zo- veel ellende van gehad, dat doe ik dus ook niet. Maar wij wilden u toch een cadeautje geven en dat ga ik u nu aanbieden. Ik zal niet zeggen wat het is, dat moet u zelf maar bekijken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1978 | | pagina 24