265 26 oktober 1973 voorstel zeker niet zal willen onthouden, doch betreurt dat de uitbrei- ding van het kabelnet als spoedstuk gebracht is kennelijk na het uitval- len van de stroom. Zij vraagt zich af of in de planning een niet wat lo- gischer en zorgvuldiger beleid gevoerd zou kunnen worden. Dit punt isin principe aangemeld bij de begroting van 1977 en dat zou het daadwerkelijk inbrengen in de begroting van 1973 hebben doen rechtvaardigen, hetgeen niet is geschied. Zijn fraktie zou het zeer op prijs stellen als dergelijke toch zekerniet onaanzienlijke voorzieningen - in dit geval van f 132.000,in de toe- komst door het college in een begroting zouden worden opgenomen. Wethouder Baar heeft nagegaan hoe het nu precies in zijn werk is ge- gaan met betrekking tot deze zaak en hem is gebleken dat het niet juist zou zijn te denken dat de hoogspanningskabel in dit geval niet als pro- jekt zou zijn aangemeld, want dat is in feite wel gebeurd, zo zou men het althans kunnen stellen. Spreker wijst erop dat op lijst II van de projekten een bedrag van f 700.000,-- voorkomt als voorzieningen voor het hoogspanningsnet. Daar zouden ook dit soort projekten onder moeten vallen. Als men stelt dat dit een nogal ruim bedrag is en erg onbepaald, dan heeft men daar tegelijkertijd volkomen gelijk in, maar als projekt is het wel aange- meld. Het is echter niet in de begroting 1978 opgenomen; de verklaring daarvoor ligt in het feit dat het projekt zich in feite eerder heeft aangediend dan verwacht werd, hetgeen op zichzelf wel begrijpelijk is als men bedenkt dat het g.t.b. de vraag niet zelf bepaalt. De vraag wordt in feite bepaald door de gebruikers en als een gebruiker bijvoor- beeld morgen zou vragen of hij vöör januari 200 kilowatt extra zou mo- gen krijgen, dan heeft het g.t.b. in principe aan een dergelijke vraag te voldoen. Dat is dus het probleem waarmee het g.t.b. altijd in dit soort zaken te maken heeft. Spreker zegt toe dat het bedrijf de toekomstige behoefte zoveel moge- lijk zal peilen en ook zal trachten daarop tijdig in te spelen. Hij meent dat men mede daarom niet bang hoeft te zijn voor een veelvuldige herhaling van wat zich nu heeft voorgedaan. De heer Albrecht heeft gesteld dat het in principe bij de begroting van 1977 was aangemeld. Hij heeft dus duidelijk gesignaleerd dat deze zaak was onderkend, maar het is nooit uitgevoerd. Men verwachtte dus een uitbreiding, want anders had men het niet aangemeld. En dan meent spreker dat het enigszins onzorgvuldig is dat het niet in de begroting van 1978 is opgenomen. Dat was eigenlijk zijn bezwaar. De heer Van Amerongen wil de woorden van de heer Albrecht enigszins relativerenT Hij meent dat het wat minder rampzalig is als dit soort zaken zich ineens met zo'n spoedeisend karakter aandienen. Het is wel zo dat al van tevoren was aangekondigd dat het eens zou moeten gaan gebeuren. Het blijkt echter alleen wat eerder te moeten gaan gebeuren dan was verwacht. Het is ook zo dat het feit dat dit nu zo plotseling moet gaan gebeuren geen gevolgen heeft voor de gemeentebegrotingDe kosten van deze investering worden betaald uit de reserve van het elek- triciteitsbedrijf en hebben dus ook geen gevolgen voor de exploitatie van het elektriciteitsbedrijfSpreker meent dat men zou kunnen zeggen dat dit ook de funktie is van een reserve van het elektriciteitsbedrijf dat men dit soort zaken, die zo plotseling opkomen, uit die reserve kan betalen. Wethouder Baar heeft hier weinig aan toe te voegen. Hij begrijpt de opmerking van ïïF"heer Albrecht en zegt dat vanuit het bedrijf en ook van-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1978 | | pagina 8