307
30 november 1978
intenties binnen afzienbare tijd uit te voeren, al zou er vooralsnog
naar een tijdelijke oplossing moeten worden gezocht.
Vorig jaar bij de behandeling van de begroting 1978 heeft de heer Jager
toen nog fraktievoorzitter van P.H., aandacht gevraagd voor de steeds
meer terrein winnende gedachte over de ontwikkeling van de sociale
diensten in den lande van financiële hulpdienst naar een echt maatschap
pelijk hulpverleningsorgaan, waarbij hij in dit verband ook aandacht
vroeg voor een onderzoek naar de wenselijkheid van de aanstelling van
een sociaal raadsman of raadsvrouw. Heeft het college zich al eens op
deze aangelegenheid kunnen oriënteren? In dit verband is het belangrijk
om te onderkennen, dat een sociale dienst als maatschappelijk hulpver-
leningsorgaan zal moeten funktioneren naast de bestaande particuliere
instellingen voor maatschappelijk werk. Dit maakt het noodzakelijk dat
er een intensieve overlegsituatie zal zijn tussen het bureau sociale
zaken en deze instel1ingen, niet alleen m.b.t. individuele gevallen
maar ook m.b.t. het in zijn algemeenheid over en weer bespreekbaar ma-
ken van het te voeren beleid.
Het doet vreemd aan dat de raad zo weinig zicht heeft op de wijze van
funktioneren van het bureau sociale zaken, dat we eigenlijk nauwelijks
weten in hoeverre het bureau aandacht schenkt aan inmateriële bijstands
verlening' en in hoeverre er sprake is van een overlegsituatie met de
particuliere instellingen voor maatschappelijk werk.
Opdat de raad over dit soort zaken meer geïnformeerd kan raken acht
mijn frakt.ie het een goede gedachteom, zoals dat met de bibliotheek.de
brandweer en allerlei andere gemeentel i jke instellingen nu al gebeurd,
te gaan streven naar het opstellen van een jaarverslag vo.or het bureau
sociale zaken. Kan het college aangeven hoe zij over de door mijn frak-
tie ontvouwde gedachten denkt en op welke wijze zij daaraan gestalte
zou kunnen geven? Op.het belangrijke terrein van het welzijnsbeleid
zouikindeze algemene beschouwingen niet verder willen ingaan omdat, zo-
als we hebben begrepen, er zich in de raad zeer binnenkort de gelegen-
heid zal voordoen op de welzijnsplanning in te gaan en wel als het ad-
vies van de werkgroep welzijn zal worden besproken. Zonder op de diskus
sie die dan gevoerd zal worden te willen vooruitlopen, zou mijn fraktie
nu al willen opmerken dat het door de werkgroep welzijn opgestelde ad-
vies, aangemerkt kan worden als een zeer belangrijke eerste bouwsteen
voor het komen tot een planmatig en geïntegreerd welzijnsbeleid in Heem
stede.
Ook t.a.v. een ander punt van gemeentelijk beleid, vindt mijn fraktie
dat de raad daar te weinig inzicht in krijgt en ook in onvoldoende mate
bij de beleidsvoorbereiding daarvan wordt betrokken en dan doel ik op
de verbetering van de Indische wijk. Mede gezien het grote belang dat
de raad aan dit projekt heeft toegekend, het projekt verwierf bij de
prioriteitenstel 1 ing in het voorjaar 1977 de hoogste prioriteit, isop
25 augustus 1977 de raadscommissie voor de wijkverbetering ingesteld,
die zich met name zou gaan buigen over de problematiek rond de verbe-
tering van de Indische wijk. Sinds de instelling van de commissie is
zij zegge en schrijven ëénmaal bijeengekomen en wel op 20 januari 1978.
Sindsdien hebben de leden van de comrnissie wel een paar rapporten ont-
vangen, maar geen enkele uitnodiging voor een commissievergadering.
Mijn fraktie kan zich nauwelijks voorstellen dat m.b.t. de verbete-
ring van de Indische wijk het afgelopen jaar zich geen ontwikkelingen
hebben voorgedaan die het tijdig betrekken van de raadscommissie hier-
bij noodzakelijk maken. Wij spreken dan ook de hoop uit dat de commis-
sie wijkverbetering he-t komende jaar heel wat intensiever bij de voor-