30 november 1978
310
dient te worden, dat afgezien van incidentele afwijkingen, later bij
de rekening niet behoort te blijken dat men veel tekort îs gekomen,
maar ook niet dat er een groot overschot is ontstaan. De P^ktTjk van
de laatste jaren is echter, dat er wel strukturele overschotten zij
ontstaan. Schommelden de rekeningoverschotten de afgelopen jaren rond
de f 500.000,--, uit de memorie van antwoord van net college dujki
nu dat vôor 1977 een rekeningoverschot wordt verwacht _van met ^"der
dan f 1.700.000,--, een bedrag dat overeenkomt met tnjna de gehele op
brenqst uit de onroerend-goedbelasting van dat jaar!
De raad moet elk jaar besluiten nenen over de lasten die aan de burgers
moeten worden opgelegd. Dit moet dan wel aan de hand van een zo reeel
mogelijk opgestelde begroting kunnen gebeuren. Daarom wil mijn fraktie
nog eens de nadruk leggen op het grote belang van een onderzoe naar
de strukturele oorzaken van het ontstaan van ^kemngoverschotten, op
basis waarvan de tot op heden toegepaste begrotingsmethodiek zodamg
aangepast kan worden dat hiermede het ontstaan van met gewenste reke
ninqoverschotten kan worden voorkomen. Daarbij znen we de onlangs în
die zin qewijzigde begrotingsmethodiek, waarbij bij de raming van ka-
pitaa1kredTeten in het eerste jaar slechts rekening wordt gehouden met
halfjaarlijkse rentelasten en het introduceren van een stelpost ^ente-
verlaging wel als een eerste aanzet, maar zeker met al s de laatste
Uit^de^meerjarenbegrotingen de aanbiedingsbrief blijkt, ^ezien van
de resultaten van een heroverweging van het bestaand beleid en van ee
verdere beschikking over de reserves, dat we vanaf 1980 zouden moeten
rekenen op het ontstaan van begrotingstekorten van rond de 1,j miljoen,
als alle in de aanbiedingsbrief vermelde projekten în de komende paar
jaar zouden worden uitgevoerd en er van uitgaande dat de onroerend-goed-
belastinq in 1979 met 10% en in de daarop volgende jaren met 15% zou
worden verhoogd. Mijn fraktie zet echter een heel groot vraagteken ach-
ter dit schrikbeeld van een begrotingstekort van 1,5 miljoen en wel om
de volgende redenen:
Ten eerste kan op grond van de ervaring dat in voorgaande jaren steeds
rekeningoverschotten voorkwamen, worden verwacht, dat dit bij een onge-
wijzigde begrotingsmethodiek ook de komende jaren het geval zal zijn.
De effekten hiervan zijn niet in de meerjarenbegroting verwerkt.
Ten tweede zijn we van mening en het is niet voor het eerst dat we dit
naar voren brengen, dat met het opstellen van een meerjarenbegroting
op basis van konstante lonen en prijzen, geen duidelijk inzicht kan
worden verschaft in de ontwikkeling van de budgetruimte în een reeks
van iaren. Het komt ons als irreëel voor om zoals nu gebeurt, de ge-
volqen die de inflatie ontegenzeggelijk heeft op de begrotingspositne
van de gemeente volledig buiten beschouwing te laten. Daarom b îjven
wij de voorkeur geven aan een meerjarenbegroting op basis van lopenae
prijzen. We hebben nu aan het eind van dit jaar moeten konstateren,
dat de projekten die, zoals bij de behandeling van de begroting 1973
door de raad is uitgesprokenin de loop van dit jaar zouden moeten wor-
den uitgevoerd, voor een belangrijk deel voornamelijk om procedurele
en technische redenen nog niet gerealiseerd konden worden. Daar voor
deze projekten wel financiële ruimte is gereserveerdmag verwachtwor-
den dat ook de rekening 1978 met een positief saldo afgesloten zal kun-
nen worden. Het maakt in ieder geval wel duidelijk dat bij de fasering
van de projekten niet alleen naar de financiële mogelijkheden moet wor-
den gekeken, maar dat ook meer dan tot op heden gebeurt de procedurele
en kapaciteitsaspekten hierbij dienen te worden betrokken.
ïf i r -
rV V I. /M JT