311
30 november 1978
Met belangstel1ing ziet mijn fraktie de resultaten tegemoet van de
kortelings ingestelde werkgroep, die zich zal gaan buigen over de her-
overweging van het bestaande beleid. Heroverweging van bestaand beleid
vinden we niet alleen belangrijk omdat daarmee een stuk financiële
ruimte is te creëren, maar ook omdat een kritische analyse van het be-
staand beleid de raad weer een stap verder kan brengen op de weg naar
een planmatig bestuur, waarin het mogelijk wordt te komen tot een inte-
grale afweging van belangen, zowel t.a.v. het nieuwe als het bestaande
beleid.
Daarom vindt mijn fraktie het ook van wezenlijk belang, dat de resulta-
ten van de heroverweging van het bestaand beleid niet op ad-hoc basis
tot beleidsmaatregelen zullen leiden, maar dat op enigerlei wijze de
heroverweging onderdeel zal zijn van de beleidsplanning.
Met het voorstel van het college om nu ook het rioolrecht voor gebrui-
kers op te heffen, nadat de raad in september j.l. het rioolrecht voor
zakelîjk gerechtigden heeft afgeschaft, kan mijn fraktie volledig ak-
9aan> temeer ook als hiervoor compensatie wordt gevonden in de
onroerend-goedbelasting. Bij de behandeling van het desbetreffende
raadsvoorstel zullen we hier mogelijk nog wat nader op kunnen ingaan.
Wat betre,t de verhoging van de onroerend-goedbelasting met 10% zijn
wij van memng dat een dergelijke la.stenverzwaring voor de burqers
onontkoombaar zal zijn. Indien we de begroting 1979 zouden beoordelen
los van de te verwachten uitgavenstijgingen, die zich na 1979 zullen
voordoen als gevolg van de uitvoering van de grote projekten die op het
programma staan, dan zouden we mogelijk tot de konklusie zijn gekomen
dat een verhoging met 10% niet noodzakelijk zou zijn.
Betrekken we echter de ontwikkelingendie op langere termijn zullen
plaatsyinden bij de beoordeling - en wij vinden dat dat ook moet qebeu-
ren - dan komen we tot de konklusie dat een verhoging van de onroerend-
goedbelasting met 10% noodzakelijk zal zijn. Immers zou deze verhoginq
niet worden toegepast, dan zou een schoksgewijze verhoging in 1930 niet
te vernnjden zijn en het laatste zou in strijd zijn met de in de zomer
tussen de frakties overeengekomen beleidsintenties.
Een uitspraak over'verhoging van de onroerend-goedbelasting na 1979 zult
u ons echter niet horen doen, omdat de meerjarenbegroting ons noq te
weimg het daarvoor benodigde inzicht verschaft.
Tenslotte, mijnheer de voorzitter, in de twee jaar dat ik nu raadslid
Den, ben îk me er steeds meer over gaan verwonderen, dat zo'n klein
aantal ambtenaren hier in Heemstede zo veel gedegen stukken kunnen pro-
duceren. Over de kwaliteit van de ambtenaren niets dan lof, de kwanti-
teit laat mogenjk wel iets te wensen over.
Wij willen hen hartelijk dankzeggen voor de getoonde inzet, daarbij ze-
m<rc vergeiend degenen die elke avond dat wij hier vergaderen weer
aanwezig zijn om ons te voorzien van koffie en allerlei andere qeneuq-
ten van het leven. a
0°k naar het college gaat onze dank uit. Beiden wensen wij veel succes
en^sterkte toe bij het tot stand brengen van de vele voorstellen en no-
ta sdie we in 1979 mogen verwachten".
De yo°rzitter schorst de vergadering te 20.49 uur en heropent deze
te 21.24 uur.
Wethouder Baar merkt inzake Bestek 81 op dat het college zich van
een pontiek oordeel op dit punt zal onthouden. Het zal hier dus niet
verder op ingaan. Anderzijds is het natuurlijk wel zo dat Bestek 81 een
gegeven îs, ook voor de gemeenten. Voor het college is er nog een ander