333 30 november 1978 zitter met betrekking tot de Indische wijk, met name de erkenning dat er vertraging is opgetreden en dat de commissie meer betrokken zou moe- ten worden bij die zaak. De heer Arnoldy heeft over de Noron gezegd dat het nog wel eens een he- le tijd zou kunnen duren voordat daar woningen kunnen worden gebouwd en dat zou dan een gevoig zijn van de inspraakprocedure, van bezwaarschrif- ten, beroepschriften enzovoort. Spreker meent dat als men daar een bouw- plan moet realiseren men niet alleen moet denken aan inspraakprocedures maar dat er ook veel andere voorbereidingen moeten worden getroffen om daar tot bouw te kunnen komen. De heer Arnoldy is blij dat de heer Van Amerongen het woord "enzo- voort" heeft gebruikt, want dat woord heeft spreker ook gebruikt. De heer Van Amerongen is dan wat minder geschrokken van de opmerkin- gen van de heer Arnoldy. Zijn fraktie is van mening dat inspraakprocedu- res een essentieel bestanddeel behoren te vormen bij de voorbereiding van het maken van bouwplannen en als dat wat tijd kost dan heeft zij dat er voor overAls men inspraakprocedures organiseert kan men meer garanties bieden dat er woonwijken komen waar de woningzoekenden met veel plezier kunnen wonen en waarin ze ook hun eigen ideeën kunnen terugvinden. De heer Arnoldy heeft een link gelegd tussen het idee van kostenbewaking en de werkgroep die kortgeleden is ingesteld en die zich bezig zal hou- den met de heroverweging van het bestaand beleid. Spreker acht het niet juist deze link te leggen. De werkgroep zal zich moeten gaan oriënteren op het bestaand beleid, of er taken door de gemeente worden uitgevoerd die rnogelijk al 20 of 30 jaar lang worden uitgevoerd en waarvan men nu tot de konklusie zou kunnen komen dat het belang van het uitvoeren van zo'n taak geringer is dan bijvoorbeeld een nieuwe taak die men wil uit- voeren. Spreker meent dat als men spreekt in termen van kostenbewaking, men dan aan iets anders denkt, namelijk aan het feit of de gemeente wel zo efficiënt mogelijk zijn gelden besteedt. Hij gelooft dat die be- nadering in de werkgroep niet hoeft plaats te vinden. Over de draagkracht hebben het C.D.A. en P.H. afspraken gemaakt en dat is niet zonder meer gebeurd. Zijn fraktie had die afspraak ook graag met de V.V.D. willen maken, maar die bleek daar toen niet toe bereid. Eén ding is echter zeker: een gemeente heeft beperkte mogelijkheden om te heffen naar draagkracht. Ondanks dat feit vindt spreker dat men er- voor moet zorgen van de heffingen waar we gebruik van kunnen maken, een heffing te zoeken waarin nog het meest het principe van het heffen naar draagkracht tot uiting komt en hij is van mening dat dit bij de onroerend-goedbelasting het meeste het geval is. Daarmee is niet gezegd dat de onroerend-goedbelasting ook een optimaal instrument is om lasten op te leggen aan de burgers naar draagkracht, maar het is van de moge- 1ijkheden die de gemeente heeft wel het beste instrument. Wethouder Baar houdt het erbij dat het college zich van een politiek oordeel omtrent Bestek 81 heeft onthouden. Ieder voor zich zal een poli- tiek oordeel hebben over Bestek 81, maar het college heeft zich daaraan niet gewaagd en ook niet willen wagen. Wat het wei heeft gekonstateerd is dat Bestek 81 een vast gegeven is, evenals het feit dat de V.N.G., waarvan ook de gemeente Heemstede lid is, mede onze belangen heeft be- pleit. Spreker is verheugd dat het laatste gebeurd is, omdat ook in zijn ogen de gemeenten inderdaad onevenredig zwaar worden getroffen. De heer Arnoldy heeft gezegd dat in feite 1% 2 ton betekent en over ja- ren gezien nog wat meer. Spreker is dat met fiem eens, maar bedoeld is 1% van dealgemene uitkering; daarnaast zijn er natuurlijk andersoorti- ge uitkeringen, zoals op het gebied van de restauratie monumenten, de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1978 | | pagina 48