onderwijsuitkeringen, die weliswaar uit het gemeentefonds koraen maar
niet als algemene uitkering, het zijn doeluitkeringen. Dus dat valt
aliemaal buiten die 1%. Ook de welzijnsplanning heeft spreker al ge-
noemd. De heer Van Emmerik heeft met nadruk ook onderwijs genoerad en
naar sprekers oordeel terecht. Eên en ander betekent dus veel meer dan
die 1%. Inzake het kritisch bezien van uitgaven zegt spreker dat de
werkgroep raede aan de hand van de begroting 1979 werkt, zodat wat dat
betreft getracht wordt zo aktueel mogelijk te zijn. Het zichtbaar ma-
ken van de resultaten is inderdaad een hele opgave, temeer omdat er
integraal gewerkt wordt, het hele beieidsterrein wordt dus doorgeploegd
Hopelijk zal het mogelijk zijn op een zodanige termijn gereed te komen,
dat het een rol mee kan spelen in de beleidspianning voorjaar 1979.
Naar aanleiding van een vraag van de heer Van Ernmerik zegt spreker dat
de werkgroep duidelijk bezig is met een systematische aanpak. Hij merkt
wel op dat de werkgroep hiervoor geen duidelijke richtlijnen heeft.
Er staan wat dat betreft ook geen ervaringen van andere gemeenten ter
beschikking. Inzake de kwestie van de f 100.000,-- is het woord "boek-
houdkundige truc" gevallen. Spreker wil het niet uitgesproken hebben.
De bedoeling daarvan is echter duidelijk. Heemstede heeft de gewoonte
om de rente van de saldi- en de algemene reserves toe te rekenen aan
de gewone dienst. Zou dat nooit gebeurd zijn, zou de rente toegerekend
zijn aan de reserves, dan waren deze moeilijkheden er niet geweest.
Als men zegt dat als er een rekeningoverschot te verwachten valt van
1,7 miljoen, men die rente niet meer aan de gewone dienst moet toe-
schrijven, dan volgt men datzelfde spoor. De heer Van Amerongen heeft
gezegd dat dit een mogelijkheid zou kunnen zijn om één of meer projek-
ten in te vullen. Spreker wil onderstrepen dat het inderdaad mogelijk
zou zijn om voortaan de rekeningsaldi niet meer toe te voegen aan de
saldireserve, maar te plaatsen in een bepaald fonds en dat fonds te
benamen onder één of meer projekten. Hij vindt dat deze gedachte nader
behoort te worden ontwikkeld.
Ten aanzien van de wildgroei gelooft spreker dat de bedoelingen duide-
lijk zijn. Als de heer Arnoldy zegt dat het ook slaat op de raad zelf,
dan is spreker daar blij mee.
De heer Arnoldy heeft gevraagd of de analyse met betrekking tot de re-
keningoverschotten niet eerder dan de rekening 1977 kan worden gemaakt.
Spreker betwijfelt of er een eerdere mogelijkheid is. Hij merkt wel op
dat er natuurlijk niet gewacht hoeft te worden tot het noment v/aarop
de rekening in de raad komt. Er kan al begonnen worden op het moment
dat de rekening ambtelijk is afgesloten en dat is veel eerder. De heer
Van Amerongen heeft gevraagd of dit het enige aanknopingsmiddel is.
Spreker meent dat er wellicht meer mogelijkheden zijn, maar hij vindt
wel dat de rekening 1977 een goede start zou kun'nen vormen, temeer ook
omdat, naar hij meent, bij de rekening 1977 de renteberekening over
een vol jaar plaatsvond. Inzake het draagkrachtbeginsel sluit spreker
zich aan bij datgene wat door de heer Van Araerongen op dit punt is
gezegd. Men kan dat ook in het beleidsplan vinden waar als doelstelling
staat: zo rechtvaardig mogelijk, bij voorkeur naar draagkracht. De sub-
doelstelling luidt: eventuele 1astenverhoging bij voorkeur realiseren
door middel van de onroerend-goedbelasting. Ook het college is dus in
meerderheid van mening dat als men het hele gemeentelijke belastingge-
bied bekijkt, juist in de onroerend-goedbelasting het draagkrachtbegin-
sel nog het beste aan zijn trekken komt. Spreker zegt wel nadrukkelijk
"het beste", want ook de meerderheid van het college zegt bepaald niet
dat dit nu eén ideale mogelijkheid is om het draagkrachtbeginsel aan
zijn trekken te laten komen. Wat dat betreft is dit dus ook eer, ant-
30 november 1978
334