30 november 1978
254
voldoende tegemoet komt aan de criteria, die de meerderheid van het col-
lege aanlegt m.b.t. het draagkrachtbeginselAangezien mijn fraktie zich
nirnmer verzet heeft tegen het bestaande systeem, is het dan juist te kon-
kluderen dat tussen die meerderheid in het college en onze fraktie in
feite geen sprake is van een verschil in visie en dat de redaktie zoals
die voorkomt onder punt 9 van de beleidsintenties geen wezenlijk ander
standpunt aanduidde?
De voor de burgers meest ingrijpende maatregel is ongetwijfeld de verho-
ging van de o.g.b. Mijn fraktie heeft haar visie daarop vastgelegd in de
beleidsintentiesals ik daarbij wijs op onze voorkeur voor een beleid
waarbij de verhogingen niet uitgaan boven het inflatiepercentage, mede
omdat wij de beteugeling van de inflatie zien als hoogst beiangrijk mid-
del om onze economie en dus de werkgelegenheid te herstellen.
Eveneens spreken wij ons erover uit, dat als deze verhoging niet toerei-
kend zou zijnwij om praktische redenen de o.g.b. moeten aanwenden in-
dien noodzakelijke voorzieningen ter financiering zouden voorliggen.
Bij deze operatie dient een schoksgewijze verhoging voorkomen te worden.
De verwerking van de opbrengsten uit het inraiddels opgeheven rioolrecht
in de o.g.b. acht mijn fraktie een juiste maatregel en met name het feit
dat deze kompensaties niet met meer dan 3J% zijn verhoogd. Wij dachten dat
het niet fair zou zijn geweest, indien deze posten, thans deel uitmakende
van de o.g.b., gelijkelijk in de 10% regeiing zouden worden getrokken.
De limiet die de minister heeft gesteld zal overigens binnen de periode
waarvoor de meerjarenbegroting geldt, worden bereikt, uitgaande van de
huidige uitkeringsnormen uit het geneentefonds en bij een geprognosti-
seerde stijging van 15%, zoals dit door het college v/ordt gezien.
Van een andere maatregelt.w. de jaarlijkse onttrekking van 1/30 vande
algemene- en saldi-reserve verklaart het college zich geen voorstander
te zijn, doch hij wil dit middel i/el gebruiken, omdat het van ouds als
een aanvaardbaar dekkingsmiddel wordt beschouwd.
Dit enkele argument achten wij niet zeer overtuigend.
In antwoord op onze vraag het tekort van f 100.000,-- op te vangendoor
aanwending van een deel van de saldi-reserve, waarbij het hoogste ren-
dement wordt verkregen, stelt het college dat op den duur het'voordeel
van de alsdan noodzakelijke aanwending ten bedrage van f 1.000.000,--
ten laste van de saldi-reserve voor een deel wegvalt, omdat de objekten
waarop extra is afgeschreven, toch afgeschreven zouden zijn. Wij denken
dat tegen die tijd v/el nieuwe objekten voor handen zullen zijn waarop
renderende afschrijvingen zijn toe te passen, maar ongeacht nog deze
waarschijnlijkheidblijft mijn fraktie van mening dat aan deze methode
van zojuist genoemde aanwending de voorkeur moet worden gegeven, omdat
hij in overeenstemming is met de geest van de relevante paragraaf inde
beleidsintenties.
In het kader van de volstrekte noodzaak van stringente kostenbewaking,
zouden wij er voor willen pleiten dat in veei grotere mate dan voorheen,
bij het uitbrengen van in- en externe adviezen en nota's, een indikatie
wordt gegeven van de da.araan verbonden kösten. Het feit dat de raad op
die manier tot een beter gefundeerde besluitvorming kan komen t.a.v. de
urgentie van dit soort zaken, zal mogelijk de "wildgroei" op het gebied
van nota's en adviezen enigszins beteugelen.
In deze algemene beschouwing heb ik de behoefte, namens mijn fraktie
enkele opmerkingen t.a.v. een aantal hoofdstukken te maken.
Sprekend over het hoofdstuk onderwijs zijn wij van mening dat hoge eisen
moeten worden gesteld.aan de voorzieningen. Wij verheugen ons dan ook in
de renovatie en de nieuwbouw van twee scholen bij het bijzonder onderwijs.
Eén bestaande achterstand terzake leidt onze bijzondere aandacht thans