tfän i'i/zx' âiz - iwB
■üjfMfflH'J 1' #'*l
2e afd.
1 december 1978
109
groepen hebt ondergebracht, betekent het voorgaande dat er geen bud-
gettaire ruimte is om nieuwe projekten in uitvoering te nemen. De ge-
hele ruimte in de onroerend-goedbelasting zal n.l. gebruikt moeten wor-
den om de begrotingstekorten te dekken. Dit betekent bijna een verdub-
beling van de belastingdruk in vijf jaren (gemiddeld 20% per jaar).
Wij zijn van mening dat een dergelijke lastenverzwaring, zonder dat er
sprake is va een verbetering van het voorzieningenniveau, onaanvaard-
baar is. Daarnaast vinden wij het niet acceptabel dat in de periode tot
1933 geen nieuwe projekten aangepakt zullen kunnen worden.
Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat bijstelling van het (onge-
wijzigd) beleid plaats moet vinden.
De subdoelstelling: "het kritisch bezien van uitgaven, zowel bestaande
als nieuwe en het voortdurend afwegen van het nut van de uitgaven", zal
daardoor extra aandacht krijgen. Wij zijn van mening dat, zoals vanzelf
spreekt, alle sectoren van het gemeentelijk beleid hierbij betrokken moe-
ten worden. Deze afweging zal plaats moeten vinden voordat met de voorbe-
reiding van de begroting voor 1980 een aanvang wordt gemaakt.
Overigens zijn er wel enkele zaken die reeds nu bijzonder in het oog
springen. In de eerste plaats mag worden gewezen op het instituut help-
sters bij het kleuteronderwijs. Gezien de onder het hoofdstuk onderwijs
vermelde terugloop van het aantal kleuters, zijn wij van mening dat de
handhaving van dit instituut ter diskussie dient te worden gesteld. In
het veriengde hiervan ligt het geheel van extra maatregelen die de afge-
lopeti jaren zijn geheven met betrekking tot de taakverlichting van de
hoofden der lagere scholen. Ook bij het lager onderwijs doet zich een te-
rugioop van het aantal leerlingen voor. Deze ontwikkeling zai zich in de
toekomst ongetwijfeid verder voortzetten. Wij staan daarom op het stand-
punt dat ook de hier bedoelde maatregeien voor heroverweging in aanmerking
komen.
-21-
,.*ki
