3e afd. 128 De raad van de gemeente Heeir.stede; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op de artikelen 272, letter a en 273 van de gemeentewet, alsmede op het"Besluit gemeentelijke onroerend-goedbelastingen"; BESLUIT vast te stellen de volgende VERORDENING OP DE HEFFING VAN ONROEREND-GOEDBELASTINGEN. Voorwerp van de belastingen;belastbaar feit;belastingplicht. Artikel 1. 1.Terzake van binnen de gemeente gelegen onroerend goed - met uitzon- dering van ten behoeve van de land- of bosbouw bedrijfsmatig geëx- ploiteerde cultuurgrond - worden onder de naam "onroerend-goedbelas- ting" jaarlijks geheven: a. een directe belasting van degene, die - naar de omstandigheden be- oordeeld - bij het begin van het belastingjaar een onroerend goed, al dan niet krachtens een zakelijk of persoonlijk recht, feitelijk gebruikt; b. een directe belasting van degene, die bij het begin van het belas- tingjaar van een onroerend goed het genot heeft krachtens zakelijk recht. 2.Voor de toepassing van het eerste lid, onder a, wordt ten aanzien van woriingen, die gemeubileerd in gebruik worden afgestaan, deqene die de woning in gebruik heeft afgestaan, aangemerkt als feitelijke gebruiker. Grondslagen van de belastingen. Artikel 2. De grondslag waarnaar de in artikel 1 bedoelde belastingen worden geheven, is de waarde, welke aan het onroerend goed in het econo- mische verkeer kan worden toegekend. Begripsomschrijvingen. Artikel 3. Deze verordening verstaat onder: 1. een onroerend goed dan wel het onroerend goed: a. een gebouwd eigendom met zijn gebouwde aanhorighedendaaron- der begrepen de ondergrond van die eigendom en die aanhorig- heden - en met zijn ongebouwde aanhorigheden; - 4 -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1978 | | pagina 48