422
14 december 1978
bevoegdheden van het gewestelijk bestuur zoveel mogelijk konkreet moe-
ten worden aangegeven. Daarbij denkt zij niet alleen aan lokale taken
die niet meer door de gemeenten afzonderlijk kunnen worden verricht,
maar haar gedachten gaan daarbij uitdrukkelijk ook uit naar een decen-
tralisatie van' provinciale taken naar de gewesten. Het is duidelijk dat
dit alles met de huidige wetgeving niet te realiseren zal zijn. Een
nieuw wettelijk kader, bijvoorbeeld een gevrestwet, zal daarvoor dus de
mogelijkheden moeten bieden.
Door haar opstelling spreekt zij niet een banvloek uit over de vierde
bestuursiaag. In zeker opzicht kan echter niet gezegd worden dat zij
bij haar pleidooi voor zowel geivesten als provincies de vierde bestuurs-
laag wil binnenhalen, omdat zij nanelijk het gewest niet zozeer als een
bestuursvorm wil zien die in bestuurlijk opzicht boven de gemeente staat,
maar eerder als een bestuursvorm die haar plaats zai moeten weten naast
de gemeente.
Sprekers fraktie kan zich in grote lijnen vinden in het door de meerder-
heid van het college ingenomen standpunt ten aanzien van de reorganisa-
tie van het binnenlands bestuur en denkt dat deze steliingname meer ga-
ranties biedt voor het van de grond krijgen van de bestuurlijke decen-
traiisatie dan de nu door de minister van binnenlandse zaken ontvouwde
gedachte. Zij denkt eigeniijk dat de ware nieuwe Thorbecke nog moet
opstaan.
De voorzitter merkt inzake de door de minister voorgestane taakover-
dracht van de gemeenten naar de provincies op dat de frakties unaniem
van mening zijn dat de taken zoais er nu nog voorkomen op de negatieve
iijst, voor de gemeenten onaanvaardbaar zijn.
Wat betreft de blijvende huipstrukturen, die men mag vertalen in samen-
gesteld lokaal bestuur, meent het coiiege dat dit op de allereerste
plaats, weilicht de enige plaats, sterke gewesten zullen moeten zijn.
Dan kan men natuurlijk diskussiëren over wat precies samengesteld lokaal
bestuur is, of dat wel of niet een vierde bestuurslaag is. Moet men dat
samengesteld lokaal bestuur, vertaald in een sterk gewest, zo verstaan
dat hij hiërarchish boven de gemeente zou staan en daardoor in feiteeen
vierde bestuurslaag zou zijn, of is dat een verlengstuk van de gezamen-
lijke gemeenten? De frakties hebben laten uitkomen dat een aantal taken
boven de kracht van de gemeente zelf uitgroeien. Ook in het verleden is
dat al duidelijk onderkend. Dat is ook de reden geweest dat men in1972
gestart is met het gewest Kennemerlandeen zeer lichte regeling, een
pre-gewest nog, maar waarvan de bedoeling is van alle gemeenten diezich
daartoe hebben aangesloten, om dit gewest uit te bouwen tot een werke-
lijk gewest zoals allen dat graag zouden zien: gedragen door de verschil-
lende gemeenten, beiast met de taken die elke afzonderlijke gemeente
niet voldoende aan kan, of een bepaalde taak bestrijkt die buiten de ge-
meentegrenzen gaat. Inderdaad zijn er in de loop der tijden een groot
aantal gemeenschappelijke regelingen ontstaan, hetgeen er juist op duidt
dat er een gewest moet komen waar hopeiijk te zijner tijd een aantal van
die gemeenschappelijke regelingen kunnen worden ondergebracht.
Als de heer Arnoldy het college vraagt om zich duidelijk uit te spreken
over samengesteld lokaal bestuur, dan gelooft spreker dat hij dat niet
anders kan verwoorden dan hij gedaan heeft. Het college ziet als werke-
lijke verlenging van de gemeentelijke taak een bundeling van verschil-
lende gemeenten in het gewest, in onze regio het gewest Kennemerland.
Men kan dan diskussiëren over de vraag welke naam men uiteindelijk aan
zo'n samengesteld lokaal bestuur kan geven. De één zal het misschien
een vierde bestuurslaag noemen, een ander zegt dat het een uitbreiding