430
14 december 1978
basis van die taken - dat bedoelde hij r,iet de huidige taken - men niet
kan komen tot een opdeling. Vandaar ook dat men kan zeggen dat het ad-
vies van de R.T.D. niet afgewacht hoeft te worden, want die houdt zich
bezig rnet decentralisatie van rijkstaken naar de provincie toe.
Daar gaat het de heer Arnoidy juist om. Daarmee wordt de provincie
dus belast. Volkshuisvesting en onderwijs heeft hij ai genoemd en blij-
kens de staatscourant komt daarover in juni een rapport uit hoe dat ge-
regeld moet worden. Een ieder weet wat voor portefeuilles volkshuisves-
ting en onderwijs zijn. Het zou zeer wel kunnen zijn dat dit een zaak
is waarvoor de provincie zich noet herinrichten om deze taken te iijf
te kunnen en dat zijn nog maar twee portefeuilles.
De heer Van Amerongen meent dat men in zo'n situatie het ambtelijk
apparaat natuurlijk kan uitbreiden, maar het gaat erom dat het voor
het samenstellen van een streekplan noodzakelijk is dat dat plaatsvindt
in een grote bestuurlijke eenheid. Die ontwikkeling heeft de afgelopen
jaren eenvoudig plaatsgevonden, streekpiannen worden gemaakt voor veel
grotere gebieden, gezien de grote samenhangen die er zijn in grote ge-
bieden. En als men provincies kleiner gaat maken dan gaat het een heel
moeilijke zaak worden om op verantwoorde wijze streekplannen op testel-
len.
De heer Arnoldy ontkent dit ook niet, maar vindt dat nog steeds geen
reden om te zeggen dat het die ene provincie moet blijven, omdat hij het
nog niet kan overzien.
De voorzitter konstateert dat de raad de mini-provincie afwijst. Al-
1e frakties erkennen ook de grote problemen die er in Noord-Holland iig-
gen, zoals de problematiek samengevat in het Amsterdam-Noordzeekanaalge-
bied. De V.V.D. heeft daarvan gezegd dat er in de toekomst nog wel zoveel
taken kunnen bijkomen dat dit niet rneer door die ene provincie kan worden
gedaan en dat zal men dan moeten afwachten. Spreker meent, de situatie
van nu en alie problemen die er nu liggen beziende, dat we thans vanuit
die optiek dat beschouwende zeggen: één ongedeeld Noord-Holiand, wat ook
inderdaad het standpunt van de Kennemerraad is geweest in zijn laatste
vergadering.
Spreker meent dat alien er ook van overtuigd zijn, bij welke konstruktie
dan ook, dat een samengesteld lokaal bestuur noodzakelijk is. Die vindt
men thans in het gewest Kennemerland en hij heeft ook van de fraktie
van de V.V.D. niet gehoord dat men niet een grote plaats toekent aan
het gewest.
Wethouder Reeringh meent dat duidelijk is dat hij de minderheid in
het college vormt. ATs zodanig wil hij een stemverklaring afleggen. Wat
betreft het eerste punt van het amendement, de bestuurslagen, zegt spre-
ker dat een kwestie van etikettering te vinden. Uiteindelijk zal in de
toekomst moeten blijken hoe dat verder ingevuld wordt en wat er nu wer-
kelijk onder verstaan moet worden. Hij konformeert zich aan het stuk
van de Kennemerraadwaarin nog eens datgene verwoord wordt wat in 1975
is aangenomen, namelijk de handhaving van de driedeling rijk-provincie-
gemeente.
Ten aanzien van het tweede punt van het amendement meent hij dat ook
daar met een zekere etikettering is gewerkt. Het gaat hem om het gebied
Kennemerlanddus inkiusief de IJmond-gemeenten en bij voorkeur ook
Hillegom. Aan spreker is niet, of aitnans niet voidoende, aangetcond,
dat dit gebied onvoldoende draagvlak zou bieden om als een adekwate ge-
sprekspartner ten opzichte van een hogere overheid te kunnen fungeren.