434
14 december 1978
kundigen groot is en meer dan eens in de plaats treedt van een politie-
ke besluitvorming.
In februari 1977 is de werkgroep welzijn ingesteid, die in april van dit
jaar het advies werkgroep welzijn heeft uitgebracht. Het is op basis van
dat advies dat er vanavond besluiten worden genomen. Sprekers fraktie
wil voor die basis die zij heeft gelegd de werkgroep welzijn danken voor
de inzet en de kwaliteit van de nota. Mede door die kwaliteit is het mo-
gelijk dat hedenavond de verordening commissie planvoorbereiding speci-
fiek welzijn kan worden vastgesteld. "Mede door die kwaliteit", omdat
naar de mening van zijn fraktie nog andere redenen aanwijsbaar zijn.
Sprekers fraktie stelt met voidoening vast dat de commissie voor wei-
zijn en maatschappelijke zorg alle gelegenheid heeft gekregen mee te
denken over de procedure om te komen tot een welzijnsplan en daarbij
steeds alle informatie heeft verkregen.
Er i s dus hard gewerkt aan het vergroten van de kennis van de raad op
dit terrein en nog wel in een hoog tempo. In zo'n tempo dat spreker
zich wel eens heeft afgevraagd hoe het nu met het welzijn van de wet-
houder en diens onvermijdelijke ambtelijke steunpilaren was. In ditver-
band vraagt hij wanneer de uitbreiding van de ambtelijke staf op dit
terrein verwacht kan worden. Het college zegt in zijn raadsvoorstel
dat de hoofddoelstel1ingen en andere aandachtspunten van het advies
van de werkgroep welzijn door hem kunnen worden onderschreven. Behande-
1ing daarvan zou echter eerst in mei 1979 moeten gebeuren als het wel-
zijnsplan weer wordt bijgesteld. Een tussenvraag daarbij is of dat bij-
stellen elk jaar gaat geschieden. Zijn fraktie stemt met die gedachte
in. Maar als het college die hoofddoelstellingen en andere aandachtspun-
ten gaat bekijken moet het ook eens zien of niet middelen en doelstel-
lingen door elkaar zijn gehaald. Zo vraagt spreker zich af of een samen-
hangend welzijnsbeleid een middel is om tot een effektief en efficiënt
welzijnsbeleid te komen of een doel in zichzelf vormt. Hij vraagt zich
ook af of het fysiek en psychologisch toegankelijk maken, zoais in het
advies van de werkgroep welzijn staat, van de voorzieningen een doelstel-
ling van het weizijnsbeleid is of een middel om iedereen de kans te ge-
ven deel te nemen aan aktiviteiten op dit terrein.
Wat betreft de vraag wat men met het welzijnsbeleid wil bereiken merkt
spreker op dat elke maatschappij bepaalde ontwikkelingen zal bevorderen
en andere belemmeren. Altijd zullen er mensen zijn, individueel of als
groep, die tekort komen. Een natuurlijke en eerste opdracht van het wel-
zijnswerk lijkt dan ook te zijn het helpen van mensen een oplossing voor
hun problemen te vinden. In onze huidige maatschappij echter iijkenveel
welzijnstekorten duidelijk op rekening te kunnen worden geschreven van
fundamentele gebreken van deze maatschappijVelen kunnen zich in hun
werk niet ontplooien, zijn afhankelijk van anderen, doen zinloos werk,
krijgen plotseling ontsiag. Ons systeem handhaaft zich door het bestaan
van economische tegenstellingen, concurrentie, winstmaximaüsering, eco-
nomische groei en uitbuiting als fundamentele voorwaarden voor de in-
standhouding ervan. Dat systeem zal dan ook bij voortduring slachtoffers
maken en weizijnstekorten blijven veroorzaken. Het is dan ook niet zo
gek dat binnen het welzijnswerk een diskussie bestaat over de vraag of
hulp gericht is op het redden van drenkeiingen danwel ten doel heeft
mensen te leren zv/emmen. Maar zo'n diskussie is naar de mening vanzijn
fraktie marginaal bij het besef dat welzijnswerkers niet kunnen voorko-
men dat mensen steeds weer te water raken, arbeidsongeschikt of gefrus-
teerd worden, vermalen worden door prestatie en konsumptiemaatschappij.
Welzijnswerk zal onder meer moeten pogen door voortdurende vorming, be-