14 december 1973
zoals bij de subdoelstelling 04.01.01: bij het aantrekken van medewer-
kers(sters) uitgaan van huidige en toekorastige taken van het geneente-
lijk apparaat, met de toelichting: alvorens tot aantrekking van nieuw
personeel wordt overgegaan zullen de huidige en toekorastige t.al.en wor-
den vastgesteldDaarna wordt gevraagd: noet tot werving worden cver-
gegaan? Zo ja, door welke persoon raoet de vakature worden bezet? Zijn
fraktie acht dat een juiste volgorde. Overigens iser al gekonstateerd
dat er op dit terrein een achterstand is; de besiuitvorning in corainiis-
soriaal verband heeft al een steentje kunnen bijdragen ora daar wat aan
te doen. De subdoelstelling: het voortdurend aandacht schenken aan een
zo gunstig raogelijk arbeidskliraaat, benadrukt ook zijn fraktie, evenals
de toelichting die erbij wordt gegeven: dat het werkoverleg_een belang-
rijke bijdrage zal leveren tot verkrijging van een zo gunstig mogenjk
arbeidsklimaat. Ook wijst zij op de toeiichting op subdoelstel1ing
04.02.05: het laten vertegenwoordigen van het personeel door georgam-
seerden en niet-georganiseerden. Ook lezenswaardig is de toelichting:
de wet op de ondernemingsraden gaat ervan uit dat zowel de georganisee.r-
de als de niet-georganiseerde werknemer in de onderneraingsraad zitting
kan hebben. Wij zien niet in waarora het overheidspersoneel achtergesteid
moet worden en slechts zijn stera kan laten horen via een vakorganisatie.
Thans zal daarover niet gediskussieerd worden; dat kan geschieden bij
de behandeling van de nota raedezeggenschapsbeleidzoals deze onder II.7
reeds wordt aangekondigd
In hoofdstuk II staan de instruraenten van persor.eelsbeleidzoals înterne
en externe voorzieningen in vakatures. Spreker raeent dat een waardevolie
aanvulling daarbij via commissiebehandeling door de heer Borghouts is ge-
leverd, namelijk de bescherraing van de privacy en van hetrecht op ver-
trouwelijke behandeling van verstrekte gegevens van de sollicitant.
Als tweede instrument is genoerad de kennismaking van nieuwe raedewerkers
raet het college, raet de afdelir.gschefs, een bezoek aan de secretaris en
aan het g.t.b., inforniatie over het werk van de vakorganisatie.^het ge-
organiseerd overleg en over de medozeggenschap. Het beioningsbeieiu,
de beoordeling en de loopbaanbegeleiding, zijn allemaal nog instruraenten
die moeton worden aangepakt, zo ook het werkoverleg en de individuele zorg.
In de paragraaf rechtspositieregelingen is vermeldenswaard dat uiteinde-
lijk de verantwoordelijkheid voor deze regelingen bij de raad ligt danwel
bij het college.
In hoofdstuk III kondigt het college aan dat er een stuurgroep <onc en
eventueel overweegt zij ook projelctgroepen in te stellen, zaken waar het
college wel eens in het verleden van spreker iets over heeft gehoord.
Daarbij wordt ook nog gewezen op uitbreiding van de afdeling financiën
en personeelszakenmet een visie op de toekonst dat het niet onmogelijk
is dat daaruit nog eens een eigen afdeling personeelszaken zou kunr.en
ontstaan raet een plaatsing in de organisatie eventueel rechtsireeks on-
der de secretaris. Ook dat is een perspektief waar zijn fraktie achter_
kan staan. Het college is er zelfs in geslaagd deze zaken in een pianmng
te verwoorden, waarbij het gaat tot het jaar 1931. Ook dat vindt zij een
aanwinst. Spreker hoopt alleen dat het tempo waarinzich één en ander
gaat voTtrekken raisschien wat sneller zou kunnen zijn dan thans doorhet
college wordt aangegeven, raaar dat zal mede afhangenvan be kapacite.ts-
uitbreiding die daarvoor noodzakelijk is, want het zijn geen kie.ne za-
ken waarraee het college zich raoet gaan bezighouden en ook n-.et eenvoud.g
wat betreft het uitwerken binnen het arabtelijk gebeuren zowel opde se-
cretarie als bij het g.t.b. Men denke raaar aan de fuwa, de runktieom-
schrijvingen, het vaststellen van de onderlinge verschillen en het waar-
V t I
437