14 december 1978 439 meer de overtuiging gaat doorbreken dat de belangen van werkgever en werknemer in feite gelijkgericht behoren te zijn. Dit vraagt in eerste instantie een andere opstelling van de kant van de werkgever, een voor- waarde die spreker meent te mogen terugvinden in de uitgangspunten van deze nota personeelsbeleid. Daarbij valt het hem op dat de rechtspositionele benadering van de zaak zoals die tot nu toe gold, verschoven wordt in een richting waarbij een stuk mondigheid van alle medewerkers voor wat betreft hun werksituatie zwaarder geaccentueerd zal worden. Alle nu voorgestelde strukturen kun- nen naar de mening van zijn fraktie bij een juiste toepassing de ge- wenste ontwikkelingen helpen bevorderen, hoewel ieders persoonlijke in- breng en opstelling van even wezenlijke betekenis is. In dit kader hecht zij onder andere veel waarde aan het zo geheten werkoverleg, v^aarbij alle medewerkers ongeacht hun rang en funktie, voldoende speelruimte wordt ge- boden om hun meningen en gedachten in een onbevangen sfeer naar voren te kunnen brengen. Haar idee daarbij is, dat deze inbreng dan ook zijn uit- werking niet zal missen, waardoor het gevoel van betrokkenheid alleen maar versterkt kan worden. De hierbij gelijktijdig voorgestelde andere dan tot nu toe gebruikelijke opzet getuigt van een flink stuk verbeel- dingskracht. De al zijdelings in dit geband genoemde medezeggenschaps- commissies kunnen daarbij niet onvermeld blijven, maar volledige be- spreking hiervan is beter op zijn plaats als de raad de daartoe strek- kende voorstellen gaan bereiken. Het zou om de nota volledig recht te moeten doen misschien wenselijk zijn alle andere voorstellen de revu te laten passeren, maar hiermee zou men slechts in herhaling vervallen over zaken die in de nu voorge- stelde vormen de volledige steun van zijn fraktie genieten. Nochtans zou zij bij bepaalde aspekten enkele kanttekeningen willen plaatsen. Een open bestuur bijvoorbeelddat zich in steeds sterkere mate richt op zijn burgers, zal moeten ervaren dat zijn medewerkers steeds slag- vaardig moeten zijn in hun relaties naar buiten toe. Dit vergt extra inspanningen en kwaliteiten waartoe niet een ieder in dezelfde mate in staat is of daarover zal kunnen beschikken. Toch meent zij dat met een stuk begeleiding goede resultaten kunnen worden bereikt. Zij wil het college derhalve vragen dit niet onbelangrijke facet niet te wi 1 - len veronachtzamen. Wellicht dat de nog komende nieuwe wet openbaar- heid van bestuur daartoe een aantal perspektieven kan opleveren. Ver- der heeft de fraktie er behoefte aan het geplande periodieke medisch onderzoek nog eens aan een nadere afweging te onderwerpen. Deze wij- ze van medische kontrole is feitelijk niet meer dan een momentopname in de fysieke en psychische toestand van de betrokkene en schept naar haar oordeel nog te weinig waarborgen. Uit de verdere toelichting blijkt overigens dat het college nog van zins is hierover in kontakt te treden met de gemeentearts. Gaarne zou zij van het college verne- men of het bereid is de uitkomst van dat gesprek bespreekbaar te maken in de betreffende raadscommissies. Sprekers fraktie beschouwt de toepassing van de deeltijdarbeid niet alleen als een middel om tot een evenwichtiger en rechtvaardiger verde- ling van de werkgelegenheid te komen, maar ziet hierin ook een mogelijk- heid om tegemoet te kunnen komen aan een ieders individuele wensen om zich naast het arbeidzame deel van zijn leven ook op andere wijze te kunnen ontplooien. Pas dan zou nen kunnen spreken van het zich kunnen welbevinden in de meest volledige betekenis van het woord. Verder in dit verband zou zij orn nog een reden het openstellen van deeltijdfunkties in een wijder verband willen plaatsen. Zij kan zich zeer goed de situatie voorstellen waarbij een werknemer die in eerste

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1978 | | pagina 29