440
14 december 1978
aanleg een volledige dagtaak vervult, door veranderde omstandigheden
wel eens niet meer dan een bepaald gedeelte van de dag zal kunnen wer-
ken. Zij meent dat de betrokken werknemer niet in alle gevallen voor
de keus moet worden gesteld van öf een hele dag blijven werken ôf ont-
slag nemen. In dergelijke situaties zou zij graag zien dat er goed ge-
keken gaat worden naar de mogelijkheden dat bijvoorbeeld twee funktio-
narissen de werkzaamheden verrichten zonder dat dit de voortgang der
werkzaamheden in de weg behoeft te staan. Ook hier zou zij graag van
het college vernemen of haar gedachtengang geplaatst kan worden naast
de opmerkingen die ten aanzien van de deeltijdarbeid in de nota worden
gemaakt. Ter afsluiting wi1 spreker de aandacht van het college vesti-
gen op de mogelijke inbreng van de kant van de vakorganisaties en zijn
fraktie vraagt het college vertegenwoordigers van deze organisaties in
alle stadia van uitvoering van de in de nota genoemde onderdelen mede
te willen betrekken.
Rest haar nog haar waardering uit te spreken voor het goede werk dat
geleverd is door degenen die aan de opstelling van deze nota hebbenmee-
gewerkt.
Wethouder Reeringh gelooft dat de waardering die door de frakties
voor deze nota îs uitgesproken, toepasselijk is. Inderdaad is hier een
kader gecreëerd dat de mogelijkheden aangeeft om een goed, in deze tijd
passend personeelsbeleid te gaan voeren. Het is een terreinverkenning
die nog verdere invulling behoeft. Hij spreekt de hoop uit dat met be-
trekking tot de invulling en tot het overleg dat tot invulling moet
leiden geen lange vertragingen zullen optreden.
Spreker ondersteunt de opmerking van de heer De Jong dat er een uitste-
kend uitgangspunt is gekozen en dat waar belangrijke zaken aan de orde
kwamen, door het college de juiste volgorde is gekozen.
Wat betreft de kwestie van de georganiseerden en de ongeorganiseerden
heeft de heer Weeteling dit iets meer toegespitst op de medezeggenschaps-
commissies. Natuurlijk is die kwestie van een zodanig belang dat het in
het kader van een algemene kaderbehandeling niet onvermeld mag blijven.
Aan de andere kant meent spreker dat het verstandig is, gelet op de ont-
wikkeling die achter ons ligt en op de ontwikkelingen die nog voor ons
liggen, om thans wat dat betreft het kruit nog droog te houden. Er zul-
len hiervoor nog mogelijkheden genoeg komen.
De heer De Jong heeft nog gesproken over het recht op privacy. Inderdaad
is het misschien een schoonheidsfoutje geweest dat dit in eerste aanleg
niet in de nota stond.
Wat betreft de kwestie van de pre-pensioneringsaktiviteiten merkt spre-
ker op dat hij daar in het afgelopen jaar mee gekonfronteerd is geweest.
Toen één van de medewerkers van het g.t.b. bij zijn pensionering een
dankwoord sprak, heeft hij met name ook dit punt onder de aandacht ge-
bracht, dat het op mensen die met pensioen gaan wel eens wat stotend in
de beleving overkomt, dat men het ene moment nog volop in zijn werk zit,
terwijl het dan plotseling allemaal is afgelopen. Dat hoofdstuk staat
dus nu in de nota. Het lijkt hem zinvol en konsekwent dat voorzover aan-
v/ezig, ook de echtgenoten van betrokkenen hierin meegenomen zullen wor-
den. Het is juist dat voor de bespreking van deze hele materie thans een
uitstekend forum bestaat, namelijk de commissie voor personeelsaangelegen-
heden, waarmee ook bestuurlijk een instrument is geschapen om deze zaken
op diepgaande wijze, voordat ze in de raad aan de orde komen, voor te
behandel en.
De heer Weeteling heeft opgemerkt dat het belangrijk is te konstateren
dat eigenlijk zowel ten aanzien van werknemers als werkgevers gelijkge-