416
14 december 1978
gemeente boven het hoofd zijn gegroeid en welke taken dan ontnomen
worden en bij de provincie nieuwe stijl worden geparkeerd of in handen
gelegd tot bewerking c.q. uitvoering. Zij meent echter dat het juist
ware.eerder dan aan de onttrekking van die taken, te denken aan een
versterking van de gemeenten om hen in staat te stellen die taken dan
wel uit te voeren, of de bevordering bijvoorbeeld van de ontwikkeling
van een lokaal samengesteld bestuur, zoals het gewest Kennemerland
/oorts meent zijn fraktie dat, alvorens over een taaktoebedelinq kan
worden gesproken, het op zijn plaats zou zijn indien de raad zou be-
schikken over een analyse van de kriteria en daarmee ook een recht-
vaardiging daarvan, betreffende de funkties die de drie bestuurslagen
eigennjk zouden moeten innemen. De gemeenten bijvoorbeeld verzorgend,
omdat deze het dichtst bij de burgers staan, de provincie bemiddelend,
evenwicht brengend tussen rijksideeën en de veelheid van ideeën die
uit de gemeenten voortkomen. Verder vindt zijn fraktie het niet zo aan-
genaam dat de provincie het recht houdt taken te decentraliseren.
Dit împliceert een machtspunt bij de provincie, dat naar willekeur kan
worden uitgeoefend. Dat wil niet zeggen dat zij ervan uitgaat dat het
bestuur in deze provincie zich zou begaan aan het gebruiken van teveel
macht en geen ruimte zou willen scheppen voor decentralisatie, maarals
niet geregeld is dan is de mogelijkheid altijd aanwezig voor het
în stand houden van een ongewenste concentratie van macht.
De V.V.D. staat wel voor een sterk samengesteld lokaal bestuur. Initia-
tieven dienen uit te gaan van de basis en dat is de geneente. Die gemeen-
ten dienen invloed te behouden op de omvang van de taken die in handen
gegeven worden van het gewest en ook de financiële konsekwenties vandie
'oe te deien taken dienen door de gemeenten zelf te worden gekontroleerd
op haar înhoud en omvang.
De huidige struktuur van het gewest, eventueel uitgebreid met een aan-
tal aangrenzende gemeenten, schept een kader voor een bundeling van de
gemeenschappelijke regelingen, waardoor de openbaarheid en de openheid
van bestuur wordt bevorderd. Gemeenschappelijke regelingen waar eenveel-
vuldig gebruikvan gemaakt is, zijn er nu meer dan 1500. Het is voor de
burger een vrij ondoorzichtige zaak. Zij meent daarom dat als dat in ge-
westelijk verband zou kunnen worden gebundeld, dat sterk zou bijdragen
aan de duidelijkheid van het werk dat de gemeenten met deze Kennemer-
raad als haar eigendom, kunnen uitvoeren. Bovendien is zijn fraktie, in
haar optiek, sterk voorstandster van het vermijden van een vierde bê-
stuurslaag, doordat het gewestbestuur is samengesteld uit portefeuille-
houders en raadsleden van de deelnemende gemeenten, waarbij wederom tot
uiting komt dat een gewest eigenlijk het kollektief eigendom van de deel-
nemende gemeenten mag zijn en als zodanig derhalve niet te zien is als
een vierde bestuurslaag.
Het college-voorstel komt grotendeels tegemoet aan de visie zoals die
bij zijn fraktie bestaat. Er zijn twee punten waarover zijn fraktie een
andere gedachte heeft. Ten eerste wijst het college onder punt 5 van
zijn voorstel de tweedeling, zoals die door de minister voorlopig wordt
gedacht, per definitie afZij is het eens met het college als het vast-
stelt dat kleine provincies de neiging zullen hebben taken naar zich toe
te trekken, hetgeen een uithollingvan gemeentel ijke taken kan inhouden.
Zij is daar tegenstana'ster van als een dergelijke omstandiqheid zich
voordoet.
Betekent echter die tweedeling zoals de minister die aanbeveelt een te
kleine provincie? Zijn fraktie weet dat niet, oradat zij nog niet het re-
sultaat kent van het werk en aanbevelingen van de Raad voor de Territo-