25 januari 1S79 1 Naar onze mening wordt door het feit dat de bewoners de maatregelen, die tot bescherming moeten leiden, niet willen accepteren, de uitvoering van de doelstelling welhaast een onmogelijke zaak. Wij hebben de stellige indruk, dat indien voor het noordelijk deel van de Binnenweg êénrichtingsverkeer van zuid naar noord zou worden ingesteld, het eenvoudiger is om de woonbuurten in meer of mindere mate te bescher- men dan het geval zal zijn bij het handhaven van het tweerichtingsverkeer. De inspraakprocedure woonbuurten centrum heeft overigens ook de aanleg van een aantal parkeerplaatsen op losse schroeven gezet. In alle schetsen van de Binnenweg (A, B en C) is altijd uitgegaan van bescherming van de woonbuurten waarbij êén en ander werd bereikt door zijstraten van de Bin- nenweg door middel van paaltjes of dergelijke af te sluiten en geiijktij- dig ter plaatse van de uitmondingen te voorzien in extra parkeergelegen- heid. Indien de afsluitingen geen doorgang kunnen vinden, dan zal meer parkeer- ruimte op de Binnenweg zelf moeten worden gevonden, wil men de doelstel- ling van één parkeerplaats per 20 m2 b.v.o. kunnen bereiken. Het zal duidelijk zijn dat een uitbreiding van de parkeercapaciteit op de Binnenweg zelf bij het instellen van éénrichtingsverkeer eenvoudiger zal zijn dan bij het handhaven van beide verkeersrichtingen!' Stad en Landschap verwijst verder naar het onderzoek langparkeerders Binnenweg/Raadhuisstraat, dat in december 1977 is gehouden. Hoewelal- dus Stad en Landschap, dit onderzoek niet gericht was op het registreren van alle parkeergedragingen, kon toch aan de hand van de resultaten worder. vastgesteld dat het veel voorkomt dat eenzelfde auto kort achter elkaar in verschillende secties werd waargenomen, hetgeen erop duidt dat menvoor de rit van de ene naar de andere winkel gebruik maakt van de auto. Dit is een gegeven dat bij het parkeeronderzoek van december 1971 eveneens werd vastgesteld. Dit sterkt Stad en Landschap in de mening dat de door enkele leden van uw raad aangehangen "lobben-theorie" voor een groot deel van de Binnenweg-bezoekers niet opgaat; juist deze "lobben-theorie"volgens welke het winkelcentrum voor een deel van het winkelenae publiek uitdrie delen bestaat (terwijl er voor anderen êén langgerekt winkelcentrum is) is naar de mer.ing van Stad en Landschap voor een belangrijk deel bepalend geweest voor de keuze van schets'A in plaats van schets B. De voorkeur van Stad en Landschap voor schets B is niet gewijzigd. De in- richting van de Binnenweg voigens deze schets en de daarbij behorende 4e afd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1979 | | pagina 2