53 22 februari 1979 allerminst zeker is dat de gestelde termijnen gehaald zullen worden. Uit die passage mag hij toch niet afleiden dat het college er zich reeds bij voorbaat heeft neergelegd dat het tijdschema niet zal worden gehaald. Het antwoord op die vraag is ook van belang voor het plaats- vervangersprobleem dat de heer De Jong aanstipte, want als men er in slaagt inwoners enthousiast te krijgen en een aantal er aan mee te la- ten werken, dan zal dat probleem minder zijn. Wat betreft de nota die een prognose zal inhouden van het aantal kinde- ren in 1982 en 1987 op de scholen, met daarbij vermelding van de gevol- gen voor het voortbestaan van de scholen, merkt spreker op dat men door de Haarlemse scholennota er nog weer eens op is gewezen hoe gevoelig zo'n zaak ligt en welke onbedoelde gevolgen het kan hebben. Zijn frak- tie vraagt zich af hoe het college voortijdige uitlekking van eventuele gevolgen voor scholen en daarmee onbedoelde effekten op het leerlingen- bestand van scholen denkt te voorkoraen. Zij vraagt dat ook daarom, om- dat in een reaktie van het college op de kommentaren van de diverse i.n- stanties op de concept-nota, het college zegt dat uiteraard een zo groot mogelijke openheid zal worden betracht. Zij meent dat een zo groot moge- lijke openheid voor deze deelnota bijna zou moeten zijn: bij voorkeur niet. In de prognosenota zullen ook prognoses voorkomen met hun gevolgen voor de bijzondere scholen. Het college is geen bevoegd gezag van die scholen. Het lijkt redelijk en nuttig om, voordat het college de prog- nosenota toezendt aan diverse organen met verzoek om een reaktie, dat concept te bespreken met de besturen van die bijzondere scholen. Zij zijn het bevoegd gezag, het gaat om hun scholen en zij zullen zich moeten verantwoorden tegenover de ouders van de kinderen op hun scholen. Spreker meent dat daarin voldoende grond is gelegen die besturen niet op één lijn te behandelen met de andere in het voorstel genoemde instanties. Natuur- lijk zitten ook in de redaktiecommissie vertegenwoordigers van het bij- zonder onderwijs. Toch denkt hij dat de positie van die schoolbesturen een andere behandeling rechtvaardigt. Uit zo'n eerste gesprek, voordat het openbaar wordt gemaakt, behoeft in ieder geval nog geen algehele overeenstemming voort te vloeien, al hoopt hij dat die er door deze sa- menwerking wel zal koraen, maar over hoofdlijnen zal wel overeenstemming moeten worden gevonden. Sprekers fraktie stemt in met het voorstel om de nota bestuurscommissies openbare schoien afzonderlijk voor te bereiden en uit te brengen. Mevrouw Snoep heeft erop gewezen dat dit in afwijking zou zijn van be- leidsintentie nummer 32. Ook zijn fraktie denkt daar zo over. Daarom moet het geen gewoonte worden om ook af te wijken van een ander punt in de overeenstemmingenlijst bij de coliegevorming, waarbij is overeenge- komen dat bij zich wijzigende omstandighedendie uitvoering van de be- leidsintenties problematisch maken, allereerst overleg tussen de frakties over het al dan niet bijstellen van de afspraken zal plaatsvinden. Het is nu niet zo belangrijk, maar het kan het in andere zaken worden. Sprekers fraktie wenst de afdeling onderwijs veel sterkte toe, want met deze nu al zo lang durende geringe bezetting mag de situatie daar wel zorgwekkend worden genoemd. Wethouder Reeringh brengt naar voren dat de heer De Jong heeft ge- zegd dat het allereerste begin achter de rug is. Naar sprekers gevoel heeft niet een schoksgewijze ontwikkeling met betrekking tot de benade- ring van deze hele materie plaats gevonden, maar is deze zaak in goed overleg ontwikkeld. Inderdaad wordt een beleidsintentie niet uitgevoerd, naraelijk de wense- lijkheid om de instelling van één of meer bestuurscommissies op te nemen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1979 | | pagina 14