22 februari 1979 54 in de onderwijsnota. Spreker begrijpt wat de heer Borghouts hierover zegt en het is ook vol komen juist dat hier inderdaad consessus over be- stond tussen de frakties, dus wat ten aanzien van de bijstelling van de beleidsintenties behoort te gebeuren is ook hier gebeurd. De heer De Jong heeft gewezen op een aantal niet onbelangrijke wijzi- gingen, raet name over de redaktiecoraraissie. Spreker gelooft toch dat in het overleg dat heeft plaatsgevonden en uit de reakties die zijn ontvangen duidelijk mag worden dat de voorgenomen beraanning van die redaktiecoraraissie een juiste aangeiegenheid is. Inzake de personele invulling en de kontinuïteit daarvan zegt spreker dat inderdaad in het raadsvoorstel een eventuele vervanging niet is opgenomen. Het college heeft niet in sterke mate rekening gehouden met het feit dat een lid van de redaktieconnissie zal moetc-n uitvallen. Hij vraagt zich ook af of nen zich op die wijze zou noeten indekken en dat men de zaak meteen al gaat forraaliseren door raiddel van het benoe- raen van plaatsvervangersAls spreker het zo beluistert dan is er toch wel wat voor te zeggen. Hij wil er voorshands voor pleiten on het in die zm te verstaan, dat de redaktiecoranissie, mocht zij niet in staat zijn om voltaliig te eindigen met het aantal leden waarmee ze begonnen is, dan tijdens de rit binnen ae sfeer van het bevoegd gezag dat het aangaat, een vervanger tracht te vinden; wellicht dat dit ad hoc op te lossen îs. Als dat toch op raoei1ijkheden zou stuiten, als daarover met narae vanuit de raadscommissie problemen zouden komen, dan zou dit noq eens nader onder ogen kunnen worden gezien. Overigens staat spreker graag open voor nader overleg of nadere suggesties over deze zaak. Wat betreft de ondersteuning van de redaktiecoraraissie raerkt spreker op dat de heer Verbaan, inraiddels benoerad tot hoofdinspekteurinderdaad gaat vertrekken. Hij heeft spreker raedegedeeld dat hij bereid is ora gedurende de tijd dat hij er nog is, eventueel raet zijn opvolger, zo daar door de Heemsteedse portrfeui11ehouder of door het Heemsteedse on- derwijs prijs op wordt gesteld, zieh met volle inzet te blijven wijden aan het Heemsteedse onderwijs en hij heeft ook medegedeeld dat hij be- reid is zijn opvolger, voorzover het hem raogelijk is, in te voeren en °P hetzelfde enthousiaste spoor te zetten als door herazelf steeds is be- reden. Op de vraag of die "derden" al zijn gevonden, antwoordt spreker ontkennend. Dat zal een raoeilijke zaak worden. Hij wijst erop dat hij ook al n de onderwijscommissie aan de vertegenwoordigers van de frak- ties heeft gevraagd of zij zich daaromtrent eens willen oriënteren. Het coliege is nog niet tot een aktief wervingsbeleid overgegaan Opde vraag wie dat kunnen zijn antwoord spreker dat dit in beginsel wille- keunge derden zijn, maar natuurlijk raoeten ze wel een grote deskundiq- heid hebben ten aanzien van het terrein dat bestreken wordt. Hij zou zich kunnen voorstellen dat iemand die bijzonder goed in de raaterie is ingevoerd, verzocht zou kunnen worden een stukje van een nota te schrij- ven. wil het niveau gehaald worden dat daarvoor vereist is, dan zal men toch als deskundige gekwalificeerd raoeten worden en dat geldt ook als het zich niet zou verdichten tot het raedeschrijven van een stuk of een bijdrage leveren in schriftelijke vorra, maar als er "slechts" een in- houdelijke diskussiebijdrage zou worden gevraagd. Spreker doet graag een beroep op de raad om voorzover raen gegadigden heeft, die te^presen- teren. Er is ook gesproken over de potentiële problenatiek die met de prognosenota gepaard zou kunnen gaan. Dat is in de eerste plaats natuur- njk de kwestie van de zorgvuldigneid. Ook spreker heeft de probleraen gevolgd die dat in Haarlera teweeg heeft gebracht. Men zit hier natuur- njk ook voor het punt dat het stuk, dat naar het college hoopt in

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1979 | | pagina 15