61
22 februari 1979
woningen raoet beheren, meent spreker dat zo'n grote woningcorporatie wei-
nig plaats rneer biedt voor dat kontakt bestuur-huurdersdat thans in
Heemstede bij alle woningbouwcorporaties het geval is.
Daar staat tegenover dat een dergelijke grote corporatie zich waarschijn-
lijk van meer full-time technische en administratieve medewerkers zou kun
nen verzekeren. Op dit moment meent hij dat dit niet aan te bevelen is
omdat de grote inzet van de bestuurders daardoor in het gedrang zou komen
Hoe dat in de toekomst zal gaan weet hij niet, doch het is bekend dat er
toch wat minder animo is om zich voor bepaalde zaken zo intensief in te
zetten als deze besturen thans doen. Zou dat in de toekomst moeilijker
worden, dan zal men vermoedelijk moeten overgaan tot het aantrekken van
meer professionele krachten, hetgeen dan in nauw overleg en samenspraak
in de federatie gerealiseerd zou kunnen worden. Een feit is dat er thans
door de besturen zeer veel werk wordt verzet, met veel enthousiasme en
inzet. De vraag is gesteld of eigenlijk niet van tevoren rnet de federatie
had moeten worden gesproken over de overdracht van de woningen. Spreker.
meent dat het misschien wel had gekund, doch het college is ervan uitge-
gaan dat men aan die corporatie, die tot dusver de woningen jaren lang
heeft beheerd, hun eigen beheerswoningen moest overdragen en dat het wel
moeilijk zou zijn geweest al de gemeentewoningen in êén pot te stoppen
en die dan maar eens te verdelen via de ëén of andere sleutel. Het over-
dragen van de woningen, waar men al zovele jaren bemoeienis mee had, bood
de grootste waarborg voor een goed funktioneren.
Tenslotte wijst spreker erop dat deze zaak in een openbare commissieverga
dering is besproken, v/aarbij ook alle andere corporaties, die eventueel
niet in aanmerking kwamen, de beraadslagingen hadden kunnen volgen.
Wat betreft het onderhoudsfonds heeft de heer Van der Hulst gesteld, dat
hij persoonlijk de voorkeur had gegeven aan een verdeling ten gunste van
de in de rode cijfers verkerende onderhoudsfondsen. Het coilege heeft
dat ook in eerste instantie overwogen, doch is daar op teruggekomen en
heeft gemeend dat de gemeente toch nog ergens een pot van f 730.000,--
zou moeten hebben om daarmee bepaalde zaken in het kader van de volks-
huisvesting te kunnen doen. Het college heeft geen afgepaalde aiternatie-
ven voor welke doeleinden wel en voor welke doeleinden het niet gebruikt
zou kunnen worden, aileen dat het gebruikt zal worden in het kader van
de volkshuisvesting, waarbij spreker bijvoorbeeld denkt aan de suggestie
van de heer Borghouts om uit die pot woonunits te kopen. In het kader van
de toekomstige renovaties is dit eer, suggestie die het college wil meene-
men. Maar het is ook niet uitgesloten dat in een bijzonder geval ook een
gedeelte voor een achterstai1ig onderhoud gebruikt zou kunnen worden. Er
zijn vele mogelijkheden en waar zich een knelpunt voordoet, kan ad hoc
via de commissie ruimtelijke ordening besloten worden voor welk doel even
tueel een bedrag kan worden onttrokken.
De heer flrnoldy heeft een antwoord gemist op zijn vraag inzake de sti-
mulerende funktie, die weliicht zou hebben kunnen uitgaan van deze over-
dracht met betrekking tot samenwerking. Hij heeft van de voorzitter be-
grepen dat dit gezien moet worden als een gevoelige zaak, omdat hier wel-
licht sprake zou zijn van het inleveren van ambitie. Hij heeft de recht-
streekse vraag gesteld of, als die samenwerking stagneert, er dan ook
een specifieke reden voor is. Hij vraagt of hij moet begrijpen dat het-
geen hij als vertaling van de woorden van de voorzitter heeft gezegd de
specifieke reden is.
De heer Van der Hulst zegt dat de heer Borghouts heeft gesproken over
de opmerkingen die van de zijde van de Nationale Woningraad zijn gemaakt