53
22 februari 1979
omdat dat zo uitdrukkelijk door de heer Van der Hulst werd genoemd.
Natuurlijk is dat plaatsgebonden. Zijn fraktie heeft goed geluisterd
naar de mensen van de Nationale Woningraad in de commissie, ook al om-
dat die allerlei denkbeelden naar voren brachten die zijn fraktie al
twee keer naar voren had gebracht.
Spreker heeft erop aangedrongen om niet alleen over technische zaken,
samenwerkingsverbanden enzovoort, te praten in een gesprek met de wo-
ningbouwcorporatiesmaar hij heeft juist ook de nadruk gelegd op het
deel van de nieuwe spelregels dat de relatie bestuur-bewoners regelt,
kortweg samengevat: de demokratiseringsspelregels. Van alle kanten
wordt lof toegezwaaid aan de inzet van de besturen, daar schaart hij
zich geheel achter, maar niettemin is toch in het verleden wel eens
moeten konstateren dat ondanks alle inzet en goede wil niet bij alle
woningbouwcorporaties altijd die inspanning en die goede wil tot de
gewenste resultaten heeft geleid op het gebied van relatie bestuur-be-
woners.
De voorzi tter zegt inzake de vraag of de stimulerende werking stag-
neert, cat hij daar niet zo veel kijk op heeft want hij is nog nooit
uitgenodigd om een federatievergadering bij te v/onen. Hij hoopt dat in
het vervolg, waar zo van aile kanten op wordt aangedrongeneen kontakt
tussen gemeente en federatie ontstaat. Hij is als eerste bereid om dat
kontakt te leggen.
Er zijn ook een aantal interne zaken. Zo weet spreker dat één woningbouw-
vereniging in verband met de nieuwe spelregeis nieuwe statuten moest ma-
ken. Een andere woningbouvyvereniging heeft voorlichtingsdagen bezocht
in het kader van de nieuwe spelregeis. Zijn persoonlijke mening was op
dat moment, wetende dat een aantal corporaties intern met deze zaak bezig
was, dat het een goede zaak zou zijn die verenigingen zelf binnen hun ei-
gen bestuur tot een resultaat te laten komen en dat dan bundeling binnen
het federatieverband verder tot stand kan komen. Ais gedeputeerde staten
dit goedkeuren, dan is er alle reden om dat intensievore kontakt met de
federatie te gaan volgen, waardoor er ook intern tussen de verschillende
woningbouwcorporaties, verenigd in de federatie, meer aanleiding zal be-
staan om met elkaar over een aantal zaken te praten. Spreker heeft enigs-
zins moeite met een zeker verwijt dat hij in de woorden van de heer Van
der Hulst hoort doorklinken, dat aivorens nu het besiuit te nemen om aan
elk van de desbetreffende corporaties hun eigen in beheer zijnde woningen
over te dragen, men eerst met de federatie rond de tafel had kunnen gaan
zitten. Spreker betwijfeit of het resultaat dan ook maar iets zou zijn
afgeweken van het voorstei dat nu ter tafei ligt. Voorts merkt nij op
dat ondanks dat de gemeente hier nu ruim een jaar mee bezig is, dat er
verschii1ende commissievergaderingen over deze zaak zijn geweest, dat de
woningbouwverenigingen al lang van tevoren hieromtrent bericht hebben ge-
kregen, dat ook ae federatie dat wist, er nooit enig signaal tot het col-
lege is gekomen om eerst eens te praten. Daarom was het voor het college
een duideiijke zaak, nu ieder zijn eigen portie woningen zou toegewezen
krijgen, dit raadsvoorstel op deze manier voor te bereiden.
Spreker vindt dat inderdaad na de goedkeuring door gedeputeerde staten
het moment is gekomen om de huurders hiervan officieel mededeling te doen
Hij heeft inderdaad in de commissievergadering gezegd dat het hen goed
leek dat de beheerder, die men goed kent en waar men altijd kontakt mee
heeft gehad en die nu eigenaar wordt, de mededeling doet. Hij vindt dat
het weinig verschil geeft als dit van de gemeente zou uitgaan. Hij wil
daar in de eerstvolgende commissievergadering nog even over praten, zo-
dat hij daarover ook de mening van de commissie kan horen en misschien