41 22 februari 1979
I. Vaststelling van de notulen der vergaderingen van 29 september en
26 oktober 1978.
De notulen worden zonder hoofdelijke stemming vastqesteld.
II. Lijst van mededelingen en ingekomen stukken.
1. Besluit van gedeputeerde staten tot goedkeuring van het raadsbe-
sluit van 1-12-1978, nr. 139, ir.zake rekening-courant Algemene
Bank Nederland N.V.
2. Idem van het raadsbesluit van 14-12-1978, nr. 147, inzake verkoop
grond nabij de Lorentzlaan.
3. Koninklijk besluit tot gedeeltelijke goedkeuring van het bestem-
minsgnlan "Herlenhoven".
4. Besluit van gedeputeerde staten tot goedkeuring van de begrotings-
wijziging, model D, nrs. 35 en 45, nrs.21, 22 en 23 van het g.t.b.
en nr. 2 van het grondbedrijfjaar 1978.
5. Koninklijk besluit tot goeakeuring van het raadsbesluit van 28-9-1978,
nr. 111, inzake verordening precariorechten.
6. Idem tot goedkeuring van het raadsbesluit van 1-12-1978, nr. 134,
inzake 4e wijzioing verordening huisvuilbelasting.
7. Besluit van gedeputeerde staten tot verdaging van de beslissing op
de raadsbesluiten inzake de 4e, 15e, 34e, 35e, 39e en 42e wijziging
van de begrcting algemene dienst 1978.
8. Idem van de beslissing ten aanzien van de begroting voor de dienst
1979.
9. Besluit van gedeputeerde staten waarbij voor kennisgeving is aange-
nomen de wijziging van de begroting algemene dienst 1976, nr. 69.
10. Idem de wijziging van de begroting algemene dienst 1977, nr. 48.
11. Brief van gedeputeerde staten houdende bericht van ontvangst van
de wijziging van de algemene plaatselijke verordening (raadsbesluit
van 1-12-1978, nr. 140).
12. Schrijven van burgemeester en wethouders inzake opgaven ingevolge
delegatiebesluiten.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders worden
de stukken, vermeld onder dé punten 1 t/m 12, zonder hoofdelijke stem-
ming voor kennisgeving aangenomen.
13. Vragen van de heren mr.H.C.J.L.Borghouts en R.J.Weeteling inzake
het instituut kleuterhelpster, met beantwoording door burgemeester
en wethouders.
De heer Borghouts brengt naar voren, dat aan de zaak waarover het nu
gaat, te weten het niet in vaste dienst benoemen van een kleuterhelpster,
hoewel deze op qrond van de feitelijke omstandigheden daar wel op mocht
rekenen, twee kanten zitten. In de eerste een formele, de juridiscne
kant. In de tweede plaats een materiële, de beleidsmatige kant. Wat be-
treft de juridische kant van de zaak, heeft zijn fraktie zeer grote
twijfels over de juridische zuiverheid van de collegebeslissing. Hoe
groot de verleiding ook is en hoe instruktief het ook kan zijn, ook
voor niet-juristen, gaat spreker daar verder niet op in. De reden daar-
van is, dat naar zijn mening deze vergadering thans daarvoor niet de
aangewezen nlaats is daarover te diskussiëren. Hij vraagt wel de toe-
zegging, dat deze zaak in maart in de commissie voor personeelsaange-
legenheden zal worden behandeld. Dan kan er tevens weer eens over de