42
medezeggenschapscommissieverordening gesproken worden. Over de beleids-
matige kant van de zaak merkt spreker op, dat natuurlijk het geval van
de betrokken kleuterhelpster de aanleiding vormt van zijn verdere ver-
haalmaar dat zijn fraktie het geval slechts als een voorbeeld ziet.
Het gaat haar om het aevoerde en te voeren personeelsbeleid in deze
gemeente.
De kern van de zaak is voor zijn fraktie, dat een personeelslid dat
in tijdelijke dienst is aanqenomen, na het verstrijken van de termijn
van tijdelijke dienst, in vaste dienst behoort te worden aangesteld,
tenzij om redenen, liggend in de sfeer van de tijdelijke aanstelling,
verlenging van die tijdelijke aanstelling of ontslag noodzakelijk ma-
ken. In dit qeval is als andere reden om niet tot vaste aansteliing
over te gaan, de heroverweging van het instituut kleuterhelpster ge-
bruikt. Een heroverweging die een deeltje vormt van de totale herover-
weging van het gehele gemeentelijke uitgavenbeleid.
Het totale gemeentelijke uitgavenbeleid wordt dus heroverwogende raad
heeft daar tijdens de begrotingsbehandeling zijn goedkeurinq aan gehecht.
De resultaten van die heroverweging zijn nog lang niet bekend. Daarover
zal de raad omstreeks mei a.s. besluiten. Er wordt nu een voorstel aan
de raad voorbereid, dat eventueel door de raad wordt overgenomen. De
raad heeft zelfs geen indikaties gegeven voor wat betreft de terreinen
waar de bezuinigingen zullen moeten worden gevonden. In die toestand
heeft de meerderheid van het college gemeend te moeten ingrijpen. Die
meerderheid heeft gemeend middels een beslissing op het gebied van het
personeelsbeleid te moeten anticiperen op mogelijke beslissingen van de
raad. Want het is wel degelijk een vooruitlopen daarop, ondanks de niet
zo geslaagde poging van het college om dat te ontkennen in de antwôor-
den op de vragen van de heer Weeteling en spreker. Het colieae heeft
rekening gehouden met het feit, dat de funktie van kleuterheïpster even-
tueel wordt opgeheven. Alieen daarom heeft geen aanstelling in vaste
dienst plaatsgevonden, of zoals het college zo aardig zegt, is geen ver-
betering van een rechtspositie tot stand gebracht. Over welke verbetering
heeft het college het dan Over een gevoîg van een vaste regel van per-
soneelsbeleid in deze gemeente, die inhoudt, dat personeeldat in tijde-
lijke dienst is aangesteld, na ëén jaar, behoudens bijzondere gevallen,
in vaste dienst wordt aangesteld. Het college bevestigt in zijn antwoord
die regelEen vaste regel dus, geen geschreven regelmaar wel gev;oonte-
recht. Juist op het gebied van het personeelsbeleid is een bestendig be-
leid zo belangrijk, omdat het om mensen gaat. Personeelsleden moeten kun-
nen vertrouwen op een vast beleid. Waar zich geen bijzondere aevallen
voordoen, zal de werkgever zich niet te buiten gaan aan uitzonderingen.
Of is het soms zo, dat alle thans nog in tijdelijke dienst aangestelde
personeelsleden voorlopig niet in aanmerking komen voor een vast dienst-
verband Dat wil spreker graag horen, want dan weet hij gelijk in welke
mate het college meent te moeten vooruitlopen op wellicht te nemen beslis-
singen.
Het gaat om personeelsbeleid. Nog hoort spreker de lovende woorden van de
woordvoerders van de frakties van het C.D.A. en de V.V.D. over de onlangs
behandelde personeelsnota. Ook sprekers fraktie was daar tevreden over.
Maar door haar is ook in deze raad al eens gezegd, dat geschreven stuk-
ken niet alles zijn, het gaat ook en vooral om de mentaliteit waarmee
deze worden toegepast, waarmee ruimten worden ingevuld, aangenomen na-
tuurlijk, dat er ruimten zijn om in te vullen. Voor het personeel is de
22 februari 1979
