158 30 mei 1979 met de burgemeester, die de portefeuiHe verkeer gaat beheren, te gaan werken aan het verkeersstruktuurplan derde fase. Spreker is bekend met het streven van de P.H.-fraktie om subdoelstel1ing 3.31.01, inzake de bouw van woningen minimaal in 50% gesubsidieerde sek- tor, te wijzigen. Dat idee vond in de commissie geen meerderheid. Voor spreker persoonlijk mag die 50% best veel hoger worden en hij zal er naar streven in bestemmingsplannen die ontwikkeid gaan worden het percen- tage gesubsidieerde bouw zo hoog mogelijk te krijgen. Wethouder Reeringh meent dat terecht grote zorg is uitgesproken over de ontwikkelingen die zich op het gebied van het onderwijs aftekenen. Dat wekt ook geen verwonderinggelet op de tijd die de raad en het col- lege al net deze materie bezig is en gelet ook op het belang van de be- slissingen die genomen moeten worden. Alle fraktievoorzitters hebben hier woorden van betrokkenheid uitgesproken. Spreker heeft de belangstelling en betrokkenheid bij aeze zaak van ook de zijde van de besturen van het bijzonder onderwijs en de onderwijskrachten uit het veid op prijs ge- steldOfschoon er maar een relatief korte tijd ter beschikking was om de gedachtenwisseling te iaten plaatsvinden, hebben zij zich toch alle mogelijke moeite gegeven om met eigen gedachten aan te komen en in dat kader zelfs de gelegenheid te baat genomen om in een soort samenspraak met de commissie te komen, om met betrekking tot deze zaak hun ziens- wijze naar voren te brengen. De oorspronkelijke standpunten van het college, zoals die door het col- lege werden overgenomen uit de konklusies van de werkgroep heroverweging, zijn inderdaad niet met gejuich ontvangen. Spreker heeft van de heer Van_ Amerongen begrepen dat hij opteert voor de weg van de natuurlijke afvloei- ing, in die zin, dat er drie schooltijden voor twee helpsters zouden moe- ten komen, die dan te zijner tijd door twee leidsters via de weg van de natuurlijke afvloeiing vervangen zouden moeten worden. In het algemeen kan men bij heroverweging zeggen dat er twee mogelijkhe- den zijn: in een bepaalde sektor worden gelden besteed die weiiicht el- ders meer verantwoord besteed zouden kunnen worden; de andere mogelijk- heid is: voor een bepaalde sektor is te weinig geld beschikbaar en dan zal men er iets aan moeten doen. Ten aanzien van het kleuteronderwijs is het college in die zin van haar oorspronkelijke standpunt afgewekendat enerzijds overeind is blijven staan dat ondanks bevestiging van het nut dat vanzelfsprekend de leidsters hebben in hun werkzaamheden, zeker in de gegeven Heemsteedse situatie, maar dat toch datzelfde nut van de uitga- ve aan het instituut besteed, een bijzonder hoog bedrag, op termijn een bedrag van f 450.000,--, dat bespaard zou kunnen worden, hetgeen nietmeer geacht moet worden op te wegen tegen het profijt dat de gemeenschap op andere plaatsen van diezelfde gelden zou kunnen trekken. Dat was het oor- soronkelijke collegestandpunt. Aan de andere kant is het college wel degelijk gevoelig gebleken voor de inhoud en de resultaten van de diskussies, die zo diepgaand en intensief zijn geweest en heeft wat dat betreft een modifikatie in haar standpunt aangebracht. Misschien is er bij dit instituut toch sprake van een zekere luxe, een luxe in relatie tot andere sektoren waar niets kan of waar men graag wat meer zou willen en v/aar helemaal nergens sprake van is of waar van onge- noegzame voorzieningen sprake is, in die zin is het een zekere luxe om over dit instituut te beschikken. Tijdens de besprekingen over deze materie is het aspekt opgekomen van de korapensering in de onderwijskundige sfeer. Dat is dan ook waar het colle- ge haar standpunt heeft bijgesteld. De heer Van Amerongen heeft ook ai

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1979 | | pagina 26