140
30 mei 1979
een gezinsvervangend tehuis.
Uit het feit, dat, na lange tijd, recentelijk een vergadering van de com-
missie wijkverbetering heeft pîaatsgevonden menen wij te kunnen afleiden
en dit stemt tot voldoening nadat wij werkelijk naast de gerezen vraagte-
kens uitroeptekens begonnen te plaatsen - dat de besluitvorming t.a.v. de
rehabilitatie Indische wijk gestalte begint te krijgen. Centraal staat
voor ons bij dit alles de inhoud van beleidsintentie 18: de verschillende
kategorieën woningzoekenden die er zijn, moeten in beginsel alle aan bod
komen en wel zo dat differentiatie in de bevolkingsopbouw in de wijken
wordt bereikt.
T.a.v. sektor IX, welzijn en maatschappelijke zorg, kan o.i. in het alge-
meen gezegd worden dat de gemeente op de goede weg is met het uitzetten
van een beleid, waarbij is onderkend dat bij het toenemen van de materië-
le bewegingsvrijheid de inmateriële vrijheid is afgenomen. Het feit, dat
het VîiG-congres dit jaar in het welzijnsteken staat, is in dit verband
veelzeggend. In deze sektor werden, zoals kon worden verwacht, een groot
aantal subdoelstel1ingen geadviseerd, mede als een resultaat van de lof-
waardige aanpak van de werkgroep "Welzijn" en hetgeen daarover in de be-
leidsintenties en de doelstel1ingennota werd vastgelegd. Evenzeer ver-
heugt het ons dat als aanzet om te komen tot een samenhangend welzijns-
beleid in Heemstede een start werd gemaakt met de inventarisatie van het
bestaande v/elzijr.swerk en aangezien de decentral isatie een zaak is van
iedereen, ook de bevolking werd gevraagd de wensen kenbaar te maken.
In de raadsvergadering van juni a.s. hopen we inhoudelijk op de globale
aanbe.velingen van de commissie planvoorbereiding specifiek welzijn, welke
commissie deze inventarisatie heeft voorbereid, te kunnen ingaan.
Thans wil ik aandacht schenken aan het gestelde in doelstelling 9.10.f.,
waarin staat "samenhang tussen welzijnsbeleid en andere beieidsterreinen"
Mijn fraktie vraagt zich af, waarom deze doelstelling specifiek onder de
sektor welzijn dient te worden opgenomen, omdat hetzelfde immers geldt
voor de andere beleidssektoren. Wij verzoeken het college te willen toe-
lichten, gegeven het bestaande, collegiaal beraad binnen het college en
de gekozen vorm van geïntegreerde beleidsplanning, v/aarom de behoefte be-
staat aan het opnemen van een doelstel1ingdie uitsluitend van één sek-
torbeleid de samenhang met andere beleidsterreinen verlangt.
Mijnheer de voorzitter. In het kader van de heroverweging is een aantal
aanbevelingen gedaan m.b.t. het kleuter- en het lageronderwijs, die in-
dien zij door de raad worden goedgekeurd, door besturen en leerkrachten
ongetwijfeld als pijnlijk zullen worden ervaren.
De terugloop in het leerlingenaanbod op kleuterscholen betekent dat wij
naar alle waarschijnlijkheid node afstand zullen doen van het, voor ons
land unieke, instituut van kleuterhelpsters, juist omdat de hieraan ver-
bonden kosten zo zwaar op de begroting drukken. Het menselijk aspektdat
hiermee verbonden is, heeft voor mijn fraktie grote betekenis. Hoewel
in raaterieel opzicht de wet afvloeiingsregelingen kent die objektief ge-
zien bepaald niet onredelijk zijn, vinden wij het verlies van een werk-
kring, waarin men zich thuis voelde, een trieste zaak. Om die redenen
hebben wij dan ook een vraag gesteld, gericht op de aoor het college te
treffen maatregelen in het belang van de betrokken kleuterhelpsters.
Tijdens de behandeling daarvan onder punt 15 van de memorie van antwoord
verzoeken wij het college te willen mededelen of, of anders op welke ter-
mijn, reeds initiatieven werden, resp. zullen worden ondernomen.
In de uitvoerige beraadslagingen, aan deze materie gewijd, zijn door de
frakties voorstellen gedaan, die enerzijds uitgingen van het erkennen van
de reaiiteit, dat ook in deze sektor noodzakelijkerwijze besparingen moe-
ten worden gerealiseerd, anderzijds getuigden van de wens om door middel