ARTIKEL 113
In artikel 113 wordt het zevende lid vernummerd tot uchtste lid en
wordt een nieuw zevende lid tussengevoegd, luidende:
7. Ventilatieleidingen mogen niet worden toegepast in tot bewoning be-
stemde gebouwen, tenzij het betreft:
a. ventilatieleidingen binnen één ruimte;
b. doorgaande ventilatieleidingen, die zodanig zijn omkokerd dat
geen branddoorslag kan optreden binnen de tijd die is gesteld
voor de brandwerendheid van de wand of vloer waar de leiding
doorheen wordt gevoerd,
een en ander mits de leidingen onbrandbaar en voldoende dicht zijn.
ARTIKEL 115
Van artikel 115 wordt de tekst vervangen door:
Nadere eisen kunnen worden gesteld met betrekking tot de ventilatie:
a. in niet tot bewoning bestemde gebouwen in verband met de in een
gebouw aanwezige personen en/of dieren;
b. in gebouwen in verband met de veilige werking van gasver-
bruikstoestellen.
Bij het stellen van de onder b. bedoelde nadere eisen wordt NEN 1078,
uitgave 1976, als richtlijn aangehouden.
ARTIKEL 120
Van artikel 120 worden het opschrift en de tekst vervangen door:
Afvoerkanalen voor verbrandingsgassen in woningen
1. Een woning moet zijn voorzien van een of meer rookkanalen ten
dienste van:
a. de hoofdwoonkamer;
b. een der andere kamers, indien de woning meer dan drie kamers
telt.
6