ARTIKEL 188
Van artikel 188 wordt de tekst vervangen door:
1. Daken van tot bewoning bestemde gebouwen moeten een warm-
teweerstand R, als bedoeld in NEN 1068, uitgave 1964, hebben van
ten minste 1,29 m2 K/W.
2. Indien zich onmiddellijk onder het dak een bergzolder of loze kap-
ruimte bevindt, dient de gezamenlijke warmteweerstand van het dak,
de bergzolder of loze kapruimte en de vloer van deze bergzolder of
loze kapruimte te voldoen aan de in lid 1 geëiste warmteweerstand.
3. Bij de beoordeling van de in de vorige leden bedoelde warmteweer-
standen mogen plafonds en beschietingen worden meegerekend.
4. Vrijstellina kan worden verleend van het bepaalde in lid 1 voor da-
ken van uitbouwen als bedoeld in artikel 106, indien deze zijn voor-
zien van een afscheiding van de kamer of de keuken, waarvan zij
een uitbouw zijn.
ARTÎKEL 200
Van artikel 200 worden het opschrift en de tekst vervangen door:
Beperking van warmteverliezen door deuren en ramen
1. Deuren en ramen in buitenwanden van woningen moeten voldoen
aan het bepaalde in NEN 1068, uitgave 1964, onder 2.2, met betrek-
king tot:
a. de klasse ,,goed" in de hoofdwoonkamer, de keuken en de met
deze ruimten in open verbinding staande ruimten;
b. de klasse ,,voldoende" in de overige ruimten.
2. Deuren en ramen in buitenwanden van wooneenheden moeten vol-
doen aan het bepaalde in NEN 1068, uitgave 1964, onder 2.2, met
betrekking tot de klasse ,,goed".
3. Nadere eisen kunnen worden gesteld aan deuren en ramen in
buitenwanden van voor het verblijf van mensen bestemde gebouwen
met betrekking tot:
11