nige plaats uitmonden, dat de goede werking ervan niet door het dak wordt belemmerd. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan indien: a. de plaats van uitmonding van een gasafvoerkanaal, dat bestemd is voor de natuurlijke afvoer van verbrandingsgassen, is gelegen in de uitmondingsgebieden, zoals aangegeven in de fîguren 8 t/m 13; b. de plaats van uitmonding van een gasafvoerkanaal, dat bestemd is voor mechanische afvoer van verbrandingsgassen, ten minste 0,5 m boven het dakvlak is gelegen. Een gasafvoerkanaal moet ten opzichte van andere daken dan het in lid 1 bedoelde, en ten opzichte van nabijgelegen gebouwen op een zodanige plaats uitmonden, dat de goede werking ervan niet door die daken of gebouwen wordt belemmerd. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan indien de plaats van uitmonding van een gasafvoerka- naal, dat bestemd is voor de natuurlijke afvoer van verbrandingsgas- sen, gelegen is in een van de daarvoor bestemde gebieden, zoals aangegeven in figuur 14. Een gasafvoerkanaal moet ten opzichte van nabijgelegen gebouwen op een zodanige plaats uitmonden -dat voor de gebruikers van die gebouwen geen hinder is te verwachten van de afgevoerde verbran- dingsgassen. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan indien: a. de plaats van uitmonding gelegen is in het bij die nabijgelegen gebouwen behorende gebied van vrije uitmonding, zoals aange- geven in figuur 14; b. de plaats van uitmonding gelegen is in het bij die nabijgelegen gebouwen behorende gebied waarin alleen een uitmonding is toegestaan met een kap, zoals aangegeven in figuur 14, en de af- stand tot een deur, een beweegbaar raam, of een ventilatie-ope- ning van die gebouwen ten minste 6 m bedraagt. Nudere eisen kunnen worden gesteld aan de plaats van uitmonding indien de goede werking van het kanaal verhinderd wordt, dan wel hinder voor de omgeving te verwachten is als gevolg van: a. de vorm van het gebouw waarop het kanaal is aangebracht; b. op, aan of nabij het gebouw aanwezige bouwsels of andere ob- jecten;

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1979 | | pagina 40