werp moet kunnen worden bewogen bestaat naast de eis van reinig-
baarheid (artikel 213, iid 3) geen behoefte.
- De in lid I gestelde eis van een verticaal verloop impliceert reeds dat
in het kanaal geen sterke knikken en korte bochten mogen voorko-
men; een expliciet verbod wordt dan ook niet noodzakelijk geacht.
ARÏIKEL 212
Zie voor de motivering de voorgestelde toelichting op het ontstaan bij
dit artikel.
ARTIKEL 213
- De redacties van de artikelen 213, 221 en 227 zijn zo nauw mogelijk
op elkaar afgestemd.
- Om storing in de werking van gecombineerde rookkanalen en gasaf-
voerkanalen door te grote drukverschillen zoveel mogelijk te -voorko-
men wordt het noodzakelijk geacht om, behalve een limitering van het
aantal aansiuitingen, ook het hoogteverschil tussen de hoogste en de
laagste aansluiting te beperken.
- Een bepaalde afstand tussen de uitmondingen van nevenkanalen in
het hoofdkanaal wordt niet nodig geacht wanneer deze uitmonding
een vloeiend verloop heeft.
ARTIKEL 214
- De redacties van de artikelen 214, 222 ën 228 zijn zo nauw mogelijk
op elkaar afgestemd.
- Er bestaat geen behoefte aan om de bepaling te handhaven dat kana-
len moeten zijn getuid of verankerd, wanneer de stabiliteit dat vereist.
Deze stabiliteitseis zit reeds in artikel 153 opgesloten.
- Zie voorts de toelichting op het ontstaan.
ARTIKEL 215
- De artikelen 215 en 223 konden aanzienlijk worden vereenvoudigd
door te bepalen dat gemetselde kanalen geheel in verband moeten
worden gemetseld.
- Aan het verbieden van uitsparingen voor kanalen bestaat, naast het
bepaalde in artikel 170 van de M.B.V., geen behoefte.
49