ARTIKEL 395
Het tweede lid is overbodig geworden door het in werking treden op 1
september 1976 van het nieuwe artikel 51, Wetboek van strafrecht, en
het vervallen in verband daarmee van artikel 50a, Wetboek van straf-
recht.
TABEL I
Bij de 14e serie wijzigingen van de bouwverordening is voor buitenwan-
den van eengezinshuizen, die deel uitmaken van de hoofddraagcon-
structie van het gebouw, een brandwerendheid op bezwijken geëist van
30 of 60 minuten, afhankelijk van de vuurbelasting. Deze eis blijkt voor
vrijstaande eengezinshuizen aanzienlijk zwaarder te zijn dan in de norm
NEN 3892 is bedoeld.
In het bijzonder de houtrijke bouwmethoden worden, vanwege hun hoge
vuurbelasting. in hun toepassingsmogelijkheden benadeeld door deze
eis.
Oorzaak van het ontstane verschil tussen de M.B.V. en NEN 3892 îs
gelegen in het feit dat buitenwanden van vrijstaande eengezinshuizen
normaliter wel deel uitmaken van de hoofddraagconstructie (zie kop ta-
bel I van de M.B.V.), maar bij het instorten geen gevaar opleveren voor
schade aan belendingen en/of omringende bebouwing (zie kop tabel II
van NEN 3892).
Volgens NEN 3892 behoeft aan dragende buitenwanden van vrijstaande
eengezinshuizen geen hogere eis te worden gesteld dan 20 minuten
brandwerendheid op bezwijken, ongeacht de vuurbelasting.
De nu voorgestelde wijziging sluit daarbij aan.
52
I
